Bibiana Steinhaus-Webb is pionier op het gebied van vrouwen scheidsrechters, met een carrière van tientallen jaren en talloze erkenningen. In een ontmoeting met studenten van Johan Cruyff Institute vertelt ze haar inspirerende verhaal en hoe haar plaats tussen alle scheidsrechters te danken is aan andere vrouwen die de eerste stappen in de branche zetten
De carrière van Bibiana Steinhaus-Webb kent vele inspirerende prestaties. Ze werd vier keer onderscheiden als de beste vrouwelijke scheidsrechter ter wereld volgens de IFFHS. Bovendien was ze in het seizoen 2017-2018 de eerste vrouw die scheidsrechter was in de Bundesliga voor mannen. Met haar fantastische carrière heeft zij een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het vrouwen scheidsrechteren. Het was dankzij de andere vrouwen die voor haar de eerste stappen in de branche zetten, waardoor zij een carrière in de arbitrage kon beginnen.
De sportinteresse van Steinhaus-Webb gaat terug tot haar jeugd. Ze speelde voor verschillende teams in de lagere divisies van de Duitse competitie. Toen ze stopte met spelen, besloot ze scheidsrechter te worden. Ze behaalde haar licentie in 1995 en vier jaar later begon ze in 1999 als scheidsrechter in de Frauen Bundesliga. Haar carrière omvat ook internationale sportevenementen. Ze was actief bij het WK Vrouwen en de UEFA EK Vrouwen. In 2012 werd ze geselecteerd als hoofdscheidsrechter voor de damesvoetbalfinale op de Olympische Spelen in Londen.
Toen ze in 2020 stopte, stond Steinhaus-Webb voor een nieuwe professionele uitdaging. Ze werd aangesteld als de eerste directeur van de vrouwengroep bij Professional Game Match Officials Limited (PGMOL). Deze organisatie is verantwoordelijk voor het scheidsrechteren van wedstrijden in het Engelse betaalde voetbal. In deze rol leidt Steinhaus het scheidsrechtersteam voor de Women’s Super League en het Women’s Championship in Engeland.
Hoe was de overgang van sporter naar scheidsrechter?
Als je het leven van een topsporter leidt, weet je maar één ding met zekerheid: dat er ooit een einde aan zal komen. Als je geluk hebt, kun je zelf beslissen wanneer het eindigt – wanneer het ‘t juiste moment is. En die beslissing is de moeilijkste van allemaal: achter je laten van iets waar je van houdt, iets waar je gepassioneerd over bent. Het leven na het sporten, nadat je een professional bent geweest, kan angstaanjagend zijn. Daarom vind ik dat het van groot belang is om mogelijkheden te hebben om sportmanagement te studeren; het stelt je bloot aan totaal andere uitdagingen. Als je gestudeerd hebt, gaan er deuren open met geweldige kansen, waarbij je getuige kunt zijn van de sport in verschillende dimensies en verschillende rollen kunt vervullen. Er zijn verschillende carrièremogelijkheden binnen de sport, elk met een andere rol. Het is altijd verhelderend om het grotere plaatje te zien van een sport met zoveel verschillende aspecten en rollen.
Kun je uitleggen hoe jouw leven tijdens jouw professionele carrière is veranderd?
Ik ben al weer ruim 25 jaar scheidsrechter. Ik was een van de eerste vrouwelijke scheidsrechters die ook stappen zette in het herenspel. Gedurende mijn hele carrière heb ik gewerkt als politieagent en als voetbalscheidsrechter, altijd in combinatie. Voor mij was het heel belangrijk om met beide om te gaan, iets eenvoudigs te hebben dat me gegrond hield. Ik heb dus altijd beide gedaan. En toen ik besloot dat er ruimte was voor iets nieuws, iets anders, benaderde de Engelse voetbalbond mij en zei dat ze vrouwelijke scheidsrechters wilden ondersteunen. Ze wilden investeren in verschillende aspecten van het spel, en een daarvan was de arbitrage. Ze maakten er vervolgens geld voor vrij. En dat is de afgelopen drie jaar mijn taak geweest: het managen van het professionele vrouwenspel, het managen van een team van 85 mensen en het bijbehorende budget. Het is een kans om iets nieuws te leren, omdat ik het nog nooit eerder heb gedaan. Ik heb ervaring als scheidsrechter, maar ik heb het managementaspect nooit geleerd. Tot nu toe had ik nog nooit in mijn leven een businessplan gemaakt. Ik kan dus echt zeggen dat elke dag een leerervaring biedt.
Voel je als pionier op het gebied van vrouwelijke scheidsrechters een verantwoordelijkheid, omdat je je in zo’n zichtbare positie bevindt?
Ik voel het wel als een verantwoordelijkheid. En dat is lastig omdat ik eigenlijk begonnen ben met scheidsrechteren omdat ik er zo dol op ben: ik hou van voetbal en ik hou ervan om beslissingen te nemen. Ik hou ervan om mensen te leiden. Ik vind het heerlijk om met spelers op het veld te staan. En daarom ben ik ermee begonnen. Ik ben er niet mee begonnen omdat ik een idool of een icoon wilde zijn; dat was nooit mijn doel. Maar omdat ik een van de eerste was, werd ik na verloop van tijd wel een rolmodel, maar dat was een bijeffect. Daar moet je mee leren omgaan. En je hebt twee keuzes: je kunt het ontkennen of je kunt het vieren.
“”Ik kon scheidsrechter worden dankzij andere vrouwen die de eerste stappen in deze branche hadden gezet en bekend zijn geworden. Dat geldt voor de Bundesliga in Duitsland en voor internationale wedstrijden. Daardoor kon ik verder komen op diezelfde weg. En, op dezelfde manier zal de volgende generatie scheidsrechters deze weg bewandelen. Het is net als bij de Duitse snelwegen, waar je sneller op je bestemming kunt komen.”
Deel uitmaken van een legacy is heel spannend. Er zijn eerder mensen geweest en er zullen mensen daarna zijn die hoger zullen reiken, verder zullen gaan. En je kunt jaloers op ze zijn omdat je die kansen nooit hebt gehad, of je kunt de mogelijkheden vieren die er nu zijn.
Gedurende je hele carrière heb je zowel het dames- als het herenvoetbal geregisseerd; was het anders om het ene of het andere te begeleiden?
Het herenspel en het damesspel zijn ook nu nog steeds heel verschillend. Vanuit mijn persoonlijk perspectief heeft het mannenspel veel respect en enkele elementen van fair play verloren. Dat zie je terug in de omgang tussen de spelers en de scheidsrechter, hoe ze met elkaar omgaan. Ook in de manier waarop uitspraken worden gedaan in interviews na de wedstrijd, dan laten ze zich gaan bijvoorbeeld. En ik denk niet dat dat het voetbal op zich ten goede komt. Vrouwenvoetbal is anders, het heeft andere waarden. De sfeer in het stadion is beter. Als je naar een dameswedstrijd bent geweest, kun je het verschil voelen. Iedereen is welkom: je kunt met je kinderen komen en je hoeft je geen zorgen te maken over de veiligheid. Je kunt met regenboogvlaggen komen en je wordt vreugdevol verwelkomd. En dat willen wij behouden. Wij geloven dat dit een uniek handelsmerk is dat we willen behouden en dat we graag willen promoten. Dit is wat sport kan doen en zou moeten doen.
Hoe zien de leermogelijkheden eruit met zo’n lange carrière als scheidsrechter? Waar zoek je ze?
Het gaat niet alleen om kijken of studeren, maar het is ook noodzakelijk om elke keer dat je op het veld staat te leren. Ervaring opdoen betekent het begrijpen van de sporters, hoe ze handelen, hoe ze spelen. Ik heb een verhaal dat dit punt heel goed weergeeft. Ik stond aan de kant op een veld in Engeland en er werd een wedstrijd gespeeld. De scheidsrechter van dat duel had een fluitje en een vlag in zijn hand. Mijn eerste reactie was dat ik dacht dat dat iets vreemds was. Naarmate het spel vorderde, rende de scheidsrechter heen en weer, blies op zijn fluitje en zwaaide veel met die vlag. Terwijl ik dit zag, dacht ik: ‘Wat is hij toch aan het doen?’, ik voelde me beschaamd. Dat zou ik als scheidsrechter nooit zo hebben gedaan. Er stonden enkele toeschouwers naast mij en zij zagen hoe ik naar die scheidsrechter staarde. Toen zei een van hen: ‘Is het niet ongelooflijk wat hij doet voor alle mensen met een beperking die het fluitsignaal niet kunnen horen?’ En ik schaamde me op dat moment zo omdat ik dacht dat ik dat had moeten weten. Maar het was een geweldige les voor mij: blijf altijd nieuwsgierig, als je niet weet waarom, stel dan de vraag en oordeel niet.”