Een jaar geleden zag hockeyster Ireen van den Assem haar Olympische droom in duigen vallen. Ze pakte haar hockeycarrière daarna op een andere manier aan en ze studeerde de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute Amsterdam. Hoe hielpen de ervaringen haar om het beste uit zichzelf én anderen te halen?
De carrière van elke topsporter gaat gepaard met ups, maar ook met downs, zoals het missen van een belangrijke internationale titel, of het oplopen van een ernstige blessure. Wat gaat er dan door je heen? Hoe zet je het om in iets positiefs, om het beste uit jezelf te blijven halen, en te geven? Hoe ga je daarna door met je sport én je leven?
In de zomer van 2021, vlak voor haar vertrek naar de Olympische Spelen, liep hockeyspeelster Ireen van den Assem een ernstige hamstringblessure op, waardoor ze niet naar Tokio kon afreizen. In plaats van het veroveren van het Olympisch goud, dat de kroon op haar hockeycarrière had moeten worden, moest ze ineens dealen met enorme deceptie en frustratie. Ze zette haar interlandcarrière on hold en was al van Den Bosch in de Hoofdklasse, naar Tilburg in de Promotieklasse gegaan, dat met een grotendeels nieuw team aan het seizoen begon. En ze kon, mede dankzij een Telesport studiebeurs, in september 2021 met de Master in Coaching aan Johan Cruyff Institute Amsterdam starten.
Dit is het inspirerende verhaal van Ireen van den Assem. We blikken met haar terug op het afgelopen studiejaar en het hockeyseizoen, welke leringen zij uit alle ervaringen kon trekken, en we blikken vooruit op de dromen en ambities, waarin ze niet alleen wil kijken wat er voor haarzelf in het vat zit, maar waarin ze ook vertelt, hoe ze als coach bezig is het beste uit anderen te halen.
Hoe kijk je nu naar die periode waarin je de Spelen misliep?
Ik moet zeggen dat ik een stuk verder ben in de verwerking van wat daar is gebeurd. De tijd heelt in die zin inderdaad alle wonden. Het zal misschien wel altijd een litteken blijven, maar ik heb er lering uit getrokken en het heeft me inzicht gegeven.
Welke lering heb je eruit getrokken?
Ik denk dat ik me destijds blindstaarde op deelname aan die Olympische Spelen in Tokio. Ik had het heel groot gemaakt en de druk zat volledig op de ketel. Tegelijkertijd was het een heel lastige periode met blessures, waar ik niet echt de tijd voor had om daarvan te herstellen, door die druk.
Dus op het moment dat je mentaal die ruimte niet hebt, is het fysiek natuurlijk ook heel lastig. Ik wist het rationeel allemaal wel, maar toen ik de Spelen misliep was het op dat moment even niet meer te dragen. Ik zag het als een eindstuk, maar mijn carrière is natuurlijk niet mislukt nu.
Had je toen wel het gevoel dat je carrière mislukt was?
Nou, ik had eigenlijk dat gevoel toen ook niet, maar het deed gewoon heel veel pijn. Ik voelde wel direct dat ik er sterker uit zou komen en het – gek genoeg – waardevolle bagage kon zijn voor mijn toekomst. Het was heel teleurstellend. Kijk, bij mijn vorige team Den Bosch speelde ook veel van mijn concurrentie. De druk was hoog. Ik wilde geen training missen.
“Ik durf nu veel meer zelf aan het roer te staan. Ik geef meer aan wat ik nodig heb”
Ik heb toen niet goed genoeg aangegeven –en ook zelf niet genoeg beseft– wat ik eigenlijk nodig had om goed te presteren. Ik merk nu ik in de Promotieklasse speel, met meiden met een heel andere achtergrond zeg maar, dat ik veel meer zelf aan het roer durf te staan. Ik geef meer aan wat ik nodig heb.
Wat zou je, vanuit dat nieuwe inzicht, toen anders gedaan hebben?
Dat ik bij mezelf vaker afgevraagd zou hebben wat ik nodig heb, wat ik vind, in plaats van zoveel bezig te zijn met wat het team nodig heeft, wat het team doet en wat de coach bepaalt. Ik laat nu veel meer mijn eigen geluid daarin horen. Ik ben daar ook veel bewuster mee bezig.
Eén van de pijlers van de Master in Coaching, is ook dat je begint bij jezelf. Heb je dat inzicht via het programma ontwikkeld?
Ja, zeker. En ook – en dat heeft ermee te maken – dat ik weet dat ik heel goed ben in hard werken, alleen is hard werken niet altijd nodig.
“Door een stap terug te doen, heb ik geleerd om meer te vertrouwen op mijn eigen intuïtie en daar meer naar te luisteren”
Ik heb gemerkt en ervaren, dat door een stap terug te doen en door iets minder hard te werken, er ruimte vrijkomt voor heel andere dingen, voor observatie, voor goed luisteren. In plaats van heel hard te gaan werken en alle zaken te controleren, heb ik geleerd om meer te vertrouwen op mijn eigen intuïtie en daar meer naar te luisteren.
Recent in het nieuws kwam dat je de bondscoach had gesproken. Zien we je terug bij de selectie?
Jamilon Mülders –ook een alumnus van de Master in Coaching trouwens– heeft mij in februari gebeld en toen hebben we dat met elkaar besproken. Hij heeft me toen uitgenodigd om eens mee te komen doen. Ik moet zeggen dat het programma met het Nederlandse team tot nu toe wel meevalt. Door de drukke clubcompetitie zijn we nog niet supervaak bij elkaar geweest.
Dat het in de pers kwam, had van mij niet gehoeven. Voor mij is het een periode om te bekijken wat het me kan brengen. De momenten die er waren, ja, die zijn me eigenlijk wel goed bevallen. Het is voor mij ook fijn dat ik me eerst op de club kan focussen en dat straks, als dat voorbij is, ik kan gaan kijken wat er nog in het vat zit.
Als het intensiever gaat worden, dan wordt het een serieuzere zaak?
Ja, ik ben aan boord, maar het is heel lastig om in te schatten wat de belasting met me zal gaan doen. Dat zal meespelen. En ook hoe ik in de groep presteer. Maar dat gaan we wel zien.
Hoe is het fysiek nu met je?
Je bouwt het weer op naarmate je langer blessurevrij en pijnvrij bent. Dat gaat heel goed!
Mooi! Je hebt het afgelopen seizoen in de Promotieklasse bij Tilburg gespeeld. Hoe behulpzaam was dat?
We zijn in een totaal nieuwe samenstelling dit jaar bij elkaar. Dat was een mooie ervaring want we hebben grote stappen gemaakt. We zijn zelfs gepromoveerd en spelen volgend jaar in de Hoofdklasse, maar we richten ons vooral op het team zelf, los van dat prachtige resultaat.
En wat is het internationale programma voor het Nederlands team?
Een hoop Pro-League wedstrijden en een WK. De Pro-League is eigenlijk een doorlopende competitie. Het WK Hockey 2022 deze zomer is een co-host tussen Nederland in Amsterdam en Terrassa in Spanje.
Daar ben jij bij dan?
Who knows. Ik ben er waarschijnlijk sowieso, want ik ben ook nog manager van de Onder 18 meiden en die hebben dan in Spanje hun eigen toernooi. En als ik er niet in die hoedanigheid ben, dan ben ik er als partner van mijn vriendin, Abi Raye, die met België speelt. Dus ik ben er sowieso (lacht).
Ben je door de Master in Coaching en alle ontwikkelingen, een andere coach geworden?
Ja, ik denk het wel. Je mag zeker vertrouwen op je eigen ervaring en je eigen intuïtie, maar coaching moet ook heel zorgvuldig zijn, vind ik. Als coach moet je weten wie je tegenover je hebt. Je moet je in iemand verdiepen. Ik vraag mezelf nu nog meer af: wat zijn de drijfveren, waar gelooft iemand in, waar ga je voor?
“Coaching moet ook heel zorgvuldig zijn, vind ik. Als coach moet je weten wie je tegenover je hebt”
Daarbij helpt het voor mij om ook gewoon kennis mee te nemen, dus dat ik me bijvoorbeeld verdiep in wat de huidige generatie nodig heeft. Ik vind het belangrijk om de insteek ook te laten bepalen door onderzoek dat ernaar is gedaan en hoe je daar dan bepaald gedrag in kan proberen te herkennen.
Heb je een voorbeeld wat de nieuwe generatie nodig heeft?
Het is een supersnelle generatie, die digitaal leeft, veel op de mobiel doet. Ze willen meedenken, initiatief nemen en bewegingsvrijheid. Dat vraagt om duidelijke kaders, waarbinnen ze zelf kunnen ontdekken en beslissen. Ik heb zelf een vrij directe benadering en voer gesprekken het liefst face-to-face. Iedereen heeft hierin een andere voorkeur, maar ik wil mijn coachees wel meegeven dat een telefoon niet altijd het beste communicatiemiddel is. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om me te verdiepen in de belevingswereld van mijn teamgenoten. Komen ze met nieuwe apps om foto’s te delen, doe ik mee. Waar ik voorheen eerder zou denken: niks voor mij, dit sla ik over.
Waren er nog meer eyeopeners die je via de Master in Coaching ontwikkeld hebt?
Wat in de Master in Coaching heel duidelijk naar voren komt is ‘leren door te ervaren’. Dat vind ik een hele mooie techniek om toe te passen. Je hoeft het niet op een bordje voor te schotelen. Sterker nog, het is voor iedereen anders! Iedereen gaat op een andere manier met bepaalde dingen om, maar stel de juiste vragen om dat antwoord te achterhalen. Dus help iemand zijn eigen antwoord te vinden!
Kijk je als speler nu ook anders naar de coaches?
Als je zelf in de wedstrijd zit, dan heb je daar geen ruimte voor, want je zit dan midden in de actie. Maar ik let er wel op, hoe zij dingen inzetten of oplossen en daar neem je ook weer wat van mee. Wat ik heb ervaren is, dat leiderschapsgedrag erg besmettelijk is. Het is belangrijk dat je je dat beseft, niet alleen als coach, maar ook als leider, of manager. Mensen kijken continu naar je. Het is niet arrogant bedoeld of zo, maar het is belangrijk dat je je daar bewust van bent. Al het gedrag dat je vertoont, ook non-verbaal, kan iets doen bij anderen.
“Leiderschapsgedrag is erg besmettelijk. Het is belangrijk dat je je dat beseft, niet alleen als coach, maar ook als leider, of manager. Mensen kijken continu naar je”
Ik kan bijvoorbeeld heel betrokken en bevlogen zijn en ik ben misschien een ervaren kracht binnen het team. Maar ook ik heb dingen nodig. Als je die niet uitspreekt, dan ga je die waarschijnlijk ook niet krijgen van de groep. Tijdens de winterstop hebben we daar als team een mooi gesprek over gehad. Ik heb dat toen uitgesproken. En, ja, zo geldt dat ook voor onze staf en coach en uiteindelijk voor iedereen.
Het mes snijdt aan twee kanten: als speler ben je opener en als coach ook naar de spelers toe …
Ja, ik denk dat die manier van coachen bij mij past, om mijn kwetsbaarheid op zo’n manier te tonen. En ik denk dat iedere coach daarin een eigen stijl heeft; dat blijkt wel in de praktijk. Ik vind dat je daarvoor de juiste bagage moet hebben, om te bepalen wat je belangrijk vindt en hoe je wilt coachen. Dat zit in mijn zoektocht, naar wie ik ben als coach. Ik denk dat ik het vroeger ook al wel deed, maar nu, in mijn nieuwe omgeving en na de Master in Coaching, ben ik me er bewuster van en daardoor kan ik het als tool echt inzetten.
“Ik vind dat je de juiste bagage moet hebben, om te bepalen wat je belangrijk vindt en hoe je wilt coachen. Dat zit in mijn zoektocht, naar wie ik ben als coach”
Zijn er nog andere nieuwe projecten in het vizier?
Ik ben dus sinds kort op mijn oude middelbare school het Koning Willem II College, aan het werk. Daar begeleid ik topsporttalent. Ik ben aan het ontdekken of dat iets voor me is, maar ik vind het tot nu toe heel leuk, met name het één-op-één contact met de leerlingen, de vraagstukken die ze hebben en hoe ik ze daarbij kan helpen.
Ben je een persoonlijke coach van sportende leerlingen?
Hm, het is nog opengehouden. Mijn kracht ligt denk ik in het één-op-één contact met de kids. Ik kan hier mijn passie in kwijt, om het beste uit mensen naar boven te halen, maar ook in teamverband, van wie is nu waar goed in en waar kunnen we elkaar in de kracht benutten. Dat is heel leuk!
Ik werk er samen met Lotte de Vries, die heeft ook de Master in Coaching gedaan. We geven ook een talent-uur aan de brugklas, wat over allerlei thema’s kan gaan die de topsport raken, bijvoorbeeld planning, presteren onder druk en zelfregulatie.
Ten slotte, denk je dat je verder gaat in coaching?
Ik heb dit jaar opnieuw mogen merken, dat ik het gewoon heel fijn vind om met groepen te mogen werken, ook op een dieper niveau. En de emoties die daarbij loskomen en de inzichten bij anderen ook, dat vind ik gewoon heel mooi om te zien en te bespreken. Ik merk ook dat ik er meer over wil weten. Een onderwerp wat mij nu fascineert is het familiesysteem. Daar ben ik veel over aan het lezen.
Maar, weet je, ik zie mezelf als een manusje van alles, learning by doing, zeg maar. Ik wil gewoon allerlei dingen ervaren, om te kijken of het wel of niet iets voor me is. Af en toe heb je meetmomenten waarop je checkt van, ‘okay, hoe voelt dit, hoe gaat dit, krijg ik er energie van, wat levert het me op, wat kost het’. Zo weeg ik dingen gewoon af en, ja, daarbij zie ik mezelf wel een rol vervullen in de coaching.