De Spaanse Liga, FC Barcelona, Atletico Madrid, Juventus en de Cleveland Cavaliers gebruiken softwarebedrijf Blinkfire om op social media het ‘engagement’ te meten van foto’s en video’s.
‘Eén beeld zegt meer dan duizend woorden’, hoe vaak hebben we dat gehoord of toegepast? En hoe vaak hebben we ons afgevraagd hoeveel een beeld waard zou zijn als we ervoor zouden moeten betalen? Bedrijven die miljoenen investeren in marketing en sponsoring, en de sporters, clubs en competities die hieraan bijdragen, willen dat steeds vaker weten. Het is de impact van de acties die bepaalt of de uitgegeven campagne-euro’s zinvol waren. En wie op zoek is naar sponsors is het gegenereerde ‘engagement‘ wat hen aantrekkelijk maakt.
Een beeld kan onmiddellijk de aandacht vangen, het vereist geen inspanning en is universeel. Taal noch uitleg is nodig om een foto te begrijpen, terwijl een foto zoveel kan zeggen… Op social media verschijnen miljoenen afbeeldingen die ons dagelijks beïnvloeden. Met behulp van nieuwe technologieën kan dit tegenwoordig worden gemeten. Een bericht met afbeelding heeft 94% meer bezoekers dan één met alleen tekst. Op twitter, een sociaal netwerk dat bij uitstek gericht is op de actualiteit, stijgt de kans dat een bericht wordt geretweet met 159% als we een paar seconden langer de moeite nemen om het te voorzien van beeld. En ook de enorme groei van nieuwe media kan in dit licht niet onvermeld blijven, zoals Instagram waar elke dag meer dan 40 miljoen foto’s worden geüpload.
Blinkfire, met vestigingen in Chicago en Valencia, zag de noodzaak om traffic op social media te meten en nam de stap om er software voor te ontwikkelen, om vervolgens het prijskaartje te kunnen berekenen voor sponsor-strategieën op social media. De Spaanse Liga, Atletico Madrid, FC Barcelona, Juventus, Cleveland Cavaliers, New York Mets, Seattle Sounders FC, Euro League, Valencia CF, La Caixa en Toyota – om er een paar te noemen – gebruiken het systeem van Blinkfire om sponsoring te meten.
Dani Roca, manager Business Development bij Blinkfire, legt uit dat “het een nieuw en waardevol instrument kan zijn voor zowel het merk als voor de sponsor, omdat beiden het kunnen gebruiken om acties te meten: voor de gesponsorde om het ‘return on investment’ aan te geven en voor de sponsor om te meten of de investering via social media de juiste was; netwerken die tot nu toe werden gezien als ‘extra’. We creëren zo een nieuw segment in sponsordeals.”
We zien nu al dat er digitale sponsordeals gesloten worden, die daarnaast ook offline effect genereren, terwijl daarvóór de social media als extra werden gezien. “Bij de onderhandelingen gaat het niet alleen meer om shirtsponsoring of reclameborden. Merken zetten de digitale media in. Een voorbeeld hiervan zijn de line-ups van voetbalteams. De teams zelf hebben deze informatie als eerste en delen die via hun netwerken met hun volgers. Deze kanalen worden gesponsord en dat biedt nieuwe mogelijkheden. Voorheen werd de digitale wereld als extra gezien bij het afsluiten van sponsorcontracten, maar nu zien we een tendens om specifieke sponsordeals af te sluiten voor sociale media, die vervolgens ook offline effect creëeren”, zegt Dani.
Je zou kunnen zeggen dat Blinkfire toeschouwer is in de relatie sponsor-gesponsorde want, aldus het hoofd business development “zijn wij geen consultant”, maar door gegevens te extraheren biedt ze haar klanten de argumenten om de marketingstrategieën te evalueren. “Wij zijn een meetinstrument, maar dankzij de gegevens die we verstrekken zijn klanten in staat hun strategieën te wijzigen om meer ‘engagement’ te bereiken. Ze kunnen de patronen herleiden die de meeste exposure oplevert voor het merk en op basis daarvan hun strategieën afstellen om meer engagement te verkrijgen. Door het feit dat een merk een team sponsort, verkrijgt het exposure via social media, en als daarvoor betaald zou moeten worden, zou de waarde aanzienlijk zijn. Daarom helpen wij ze inzage te krijgen, door aan te tonen dat de verkregen exposure dankzij de sponsoring van een team, sporter of competitie, voor een bepaalde waarde staat, die anders betaald zou moeten worden.”
Na meerdere jaren van analyse en vergelijking weten ze bij Blinkfire dat “wereldwijd video’s het meeste engagement opleveren, maar dat je een goede merkstrategie nodig hebt om de beste situatie te creëren om zoveel mogelijk seconden in beeld te blijven om de meeste impact te verkrijgen. Je kunt het allemaal meten”, zegt hij.
De software van Blinkfire detecteert logo’s op afbeeldingen en video’s die gepost worden op Facebook, Twitter, Instagram, Youtube en de Chinese netwerken Sina Weibo en Tencent. Ze hebben allemaal hun eigen eigenschappen en hun gebruikers zijn er ook op zoek naar verschillende dingen. Welke is het meest succesvol? “Je kunt beter toevoegen dan uitsluiten”, adviseert Dani Roca. “Momenteel biedt Instagram de meeste interactie. Met de minste inspanningen creëer je daar de meeste impact en engagement. Maar elk netwerk is ontworpen voor iets anders: twitter is ontworpen voor de communicatie en misschien is het niet een marketing-tool waar je veel in zou willen investeren, maar het geeft je wel veel zichtbaarheid. Dus uiteindelijk wordt het succes bepaald door een wereldwijde strategie om zoveel mogelijk gebruikers te bereiken”.
En als het erom gaat globaal te denken, moeten we inderdaad erkennen dat er zoveel meer is naast het gebruik van de juiste hashtag.
Gerelateerde studieprogramma’s
Het Johan Cruyff Institute Amsterdam biedt een verrijkende leeromgeving met leermiddelen die gebaseerd zijn op interactief leren. We streven naar een mix van studenten uit de sport- en zakenwereld en maken het voor studenten mogelijk hun unieke ervaringen te delen en veel van elkaar te leren. Studenten worden uitgedaagd om actief deel te nemen aan creatieve uitdagingen die inzet, betrokkenheid en intuïtief denken vereisen. Informeer vrijblijvend naar onze programma’s:
- Master in Sport Management (Start: september 2017, Amsterdam, Engels)
- Master in Sport Marketing & Sponsorship (Start: februari 2017, online, Engels)
- Postgraduate Diploma in Sport Marketing (Start: maart 2017, online, Engels)
NB: In januari starten we in Amsterdam met deze programma’s in het Nederlands: