Master in Coaching student Bart Heuvingh startte in 2011 zijn carrière in de sportindustrie als stagiair bij AZ Alkmaar en is inmiddels uitgegroeid tot een bekend gezicht in de wereld van talentontwikkeling. “Het is makkelijker om sterke kinderen op te leiden dan om gebroken volwassenen te repareren” is één van zijn lijfspreuken
Al ruim zeven jaar is Bart Heuvingh de topsportbegeleider van AZ Alkmaar, waarin hij spelers ondersteunt en begeleidt bij hun topsport- en persoonlijkheidsontwikkeling. Daarnaast begeleidt hij de buitenlandse spelers in de jeugdopleiding op het sociale gebied en helpt hij hen met hun integratie op en om het veld.
Een belangrijke rol binnen de jeugdopleiding van AZ, waar hij te maken krijgt met problemen, vraagstukken en behoeften van spelers. “Onze visie binnen de jeugdopleiding is om preventief betere topsporters op te leiden, met een betere leefstijl, zodat ze optimaal klaar zijn om in het eerste te presteren”, vertelt de sport- en prestatiepsycholoog gepassioneerd. “Jeugdspelers hebben nog niet altijd het gevoel dat ze moeten werken aan hun leefstijl, omdat hun lichaam vaak nog veel aankan. Ze voelen daardoor bijvoorbeeld niet de noodzaak om op tijd naar bed te gaan, om een boek te lezen over omgaan met tegenslag of goed te eten. Ze ervaren vaak niet veel stress, omdat ze in het hier en nu leven, veel wedstrijden winnen en behoorlijk wat positieve aandacht krijgen. Maar als ze eenmaal in het eerste komen, zullen ze die noodzaak veel meer gaan voelen en is er plots wel die behoefte aan een topsportleefstijl. Er is dan alleen niet meer voldoende tijd om alles snel aan te leren. Alles wat ze daarom nu hier leren, kunnen ze direct toepassen. Maar ze nemen het vooral mee in hun rugzak voor de momenten in de toekomst dat het echt nodig is. Gedurende de jeugdopleiding proberen we spelers voornamelijk een bepaalde manier van denken aan te leren, dat ze zichzelf altijd kunnen ontwikkelen.”
Heuvingh legt uit hoe zich dat vertaalt in de werkwijze binnen de club: “Het is makkelijker om sterke kinderen op te leiden dan om gebroken volwassenen te repareren. Daarom werken we bij AZ preventief. We zijn heel vaak symptomen aan het bestrijden, terwijl we juist moeten kijken naar waar die symptomen vandaan komen. Pas dan kan je iets langdurig oplossen. Daarom gaan we eerst op zoek naar waar het probleem ligt en adviseren we de spelers om zelf leerdoelen te stellen op het vlak van waar het probleem ligt. We stimuleren hen om zelf na te denken, om zelfstandig te zijn en om hun eigen verantwoordelijkheid te pakken. Op die manier zullen ze doelen stellen vanuit zichzelf in plaats van dat wij hen opdragen dat ze iets moeten.”
Het AFAS Trainingcomplex in Wijdewormer
“There is no glory in prevention”, vervolgt Heuvingh. “Als we onze spelers goed preventief hebben geholpen, hebben zij bepaalde problemen nooit gehad en zullen zij ook nooit bij mij aankloppen om me te bedanken voor mijn hulp. We zien het vaak als ze naar een andere club gaan en pas dan beseffen wat ze allemaal bij ons hebben geleerd op het gebied van topsport. Als je iets van jongs af aan al leert, dan is het normaal en weet je ook niet beter. Totdat je ergens anders komt.”
De bewegingswetenschapper heeft over de jaren heen een grote passie ontwikkeld voor talentontwikkeling en zijn focus ligt vooral bij de zogeheten ‘groeimindset’: Het geloof dat talent en vaardigheden verder te ontwikkelen zijn vanuit de aanleg die je hebt meegekregen vanaf je geboorte. Hij schreef er in 2017 zelfs een boek over, genaamd ‘Talent van Morgen – Groeimindset als basis voor talentontwikkeling’. Ook is hij eigenaar van SportMindset; een website met het doel om kennis over de mindset-theorie van Carol Dweck te verspreiden. Hij geeft hierover presentaties, workshops en implementatieadviezen.
“Ik geloof er heilig in dat we meer uit sporters kunnen halen wanneer zij denken, leren en werken vanuit de overtuiging dat verder ontwikkelen en leren altijd mogelijk is. De term natuurtalent is misleidend. Sporters die geloven dat ze een natuurtalent zijn verliezen motivatie, want waarom zouden zij hard werken als het allemaal gaat om de juiste genen? Mijn missie is om ervoor te zorgen dat sporters talent niet zien als iets dat ze enkel hebben gekregen bij hun geboorte en dus vaststaat, maar dat talent iets is dat (verder) te ontwikkelen is en dus dynamisch is.”
Bart Heuvingh in het AFAS Stadion. Fotocredits: Ed van de Pol
Iemand die zich elk uur van de dag bezighoudt met ontwikkeling, is logischerwijs ook bezig met zijn eigen groei. Daarom volgt hij vanuit zijn rol binnen AZ momenteel de Master in Coaching. Een speciale editie, want het Johan Cruyff Institute verzorgt sinds vorig jaar dit Masterprogramma in-company voor de jeugdtrainers van de AZ Jeugdopleiding. “Het belangrijkste is dat wij willen dat spelers zich ontwikkelen, dus hoe gek zou het zijn als wij dat als trainers niet ook nastreven? Daarnaast staat groeimindset, waarmee we werken, voor het geloof dat je kunt ontwikkelen. De boodschap die wij als coaches nu naar buiten brengen door de Master in Coaching te volgen, geeft aan dat wij onszelf ook willen blijven ontwikkelen. We laten richting de spelers zien dat we nog niet ‘af’ zijn als coaches. Dat is krachtig. ‘Children have never been very good at listening to their elders, but they have never failed to imitate them’, zei James Baldwin al eens mooi!”
Op de vraag of hij overeenkomsten ziet tussen de groeimindset en de Master in Coaching, antwoordt Heuvingh stellig: “Ik hou niet van modellen die mensen indelen in een bepaald hokje. Ondanks dat ik snap dat het kan helpen qua bewustwording, gaan die typeringen vaak een eigen leven leiden. Dat staat haaks op groeimindset, wat juist aangeeft dat talent voor een deel aanleg is, maar voor een groot deel ook ontwikkeld kan worden. Juist dit laatste zit ook in de Master in Coaching verworven, want er wordt niet gekaderd en in hokjes gedacht. Er is ruimte om juist buiten de bestaande theorieën te denken. Er worden tools aangereikt, maar dat is niet per definitie de waarheid en daar gaan we met elkaar over in gesprek. Die open houding past perfect bij de groeimindset, want dat is ook een middel om nieuwsgierigheid en ontwikkeling te stimuleren en dat is precies wat er in dit programma ook gebeurt. Ze hebben dezelfde filosofie.”
Een groep van 16 professionals binnen de jeugdopleiding, waaronder Heuvingh, volgt in totaal tien lesdagen en vijf uur coachingsgesprekken met een aangewezen persoonlijk coach, waarin zij met elkaar en individueel aan de slag gaan met de Cruyffiaanse manier van coachen. Heuvingh: “De coachingsvraagstukken die tijdens het programma aan bod komen zijn een perfecte aanvulling op waar wij tussen de regels bij AZ al mee bezig zijn. Het is geweldig om deze vraagstukken aan te gaan met elkaar als groep in plaats van dat iedereen ergens anders aan zijn persoonlijke ontwikkeling gaat werken. We gaan nu gezamenlijk als team en in alle openheid de vraagstukken te lijf en dat is echt een meerwaarde.”
Fotocredits: Herbert Dekkers
Wat haalt de sympathieke topsportbegeleider tot dusver uit zijn Cruyffiaanse ontdekkingsreis? “Normaal gesproken zit ik in de rol van coach, maar tijdens de gesprekken met mijn personal coach ben ik zelf opeens de coachee en dat is nieuw voor me. Het is daarom heel leerzaam om eens aan de andere kant te zitten, want daardoor ervaar ik zelf wat ik als coachee fijn en minder fijn vind, en dat neem ik weer mee in mijn eigen coachgesprekken met de spelers. Zo probeer ik tegenwoordig minder in de docerende rol te zitten. Ik stel mezelf als het ware gelijk aan de speler, waardoor je een echt en oprecht gesprek creëert. Ook heb ik geleerd om te observeren”, vervolgt Heuvingh. “En dan écht kijken naar wat er gebeurt, zonder aannames en invullingen. Theoretisch dacht ik dat ik dit al onder de knie had en toepaste, maar tijdens de praktische lessen bleek dat ik hier nog stappen in kan maken.”
Daarnaast geeft Heuvingh aan dat hij erg veel heeft aan het netwerk van de reguliere Master in Coaching. Zo zit hij onder andere al in de boekenclub van huidige en oud-studenten. “Hierin geven we elkaar tips en hebben we mooie discussies over de inhoud van de boeken en de toepassing ervan in de praktijk.”
Tot slot: “Ik vind dat dit programma aan de basis moet staan van elke trainer/coachopleiding en dat daarna pas gewerkt moet worden aan het voetbaltechnische en -tactische verhaal. Het is hetzelfde als je tegen een piloot zou zeggen: We leren je heel goed vliegen, maar voor het opstijgen en landen moet je zelf een cursus volgen.”