Deborah Gravenstijn is voormalig top-judoka die de Master in Sport Management heeft afgerond. Ze gaat in op hetgeen judo haar gebracht heeft en de overeenkomsten tussen de sport en sportmanagement.
Als judoka wilde ik altijd in stijl winnen. Technische moest het perfect zijn en ik wilde het publiek boeien. Ik hield van de show wat judo heeft en bleef daarin altijd mijzelf. Dit typeerde mij als sporter, denk ik.
Ik was vijf jaar toen mijn buurjongen, die aan judo deed, mij vroeg om eens mee te gaan naar de trainingen. Mijn vader zij meteen: “Doe maar, want je daagt nu al de grootste jongens uit de klas uit”. Ik vond judo gelijk leuk en al snel merkte mijn omgeving op dat ik er talent voor had. Ik leerde de techniek snel en ik was niet bang. Judo is een afwisselende sport, want je bent niet iedere training alleen maar met judo bezig. Juist de combinatie van judo, krachttraining, conditietraining en mentale training maakt de sport interessant. Mijn kwaliteiten bestonden vooral uit snelheid, wendbaarheid, flexibiliteit en kracht. Eigenlijk heb ik mezelf nooit vergeleken met andere sporters en ik had vroeger ook niet echt een held. Ik bleef vooral bij mezelf en genoot van de dingen die op mijn pad kwamen.
Nadat ik was gestopt als topsporter, kwam er ruimte voor nieuwe dingen. Ik kreeg interesse om andere vaardigheden te ontwikkelen. De Master in Sport Management van het Johan Cruyff Institute kwam op mijn pad, die ik mocht studeren dankzij een studiebeurs van Unilever.
Tijdens de opleiding merkte ik dat sommige vaardigheden die ik geleerd had als topsporter, ook van pas komen in sportmanagement. In judo moet je bijvoorbeeld, net als bij schaken, constant vooruit denken om punten te winnen. Als je je goed voorbereidt, beheers je de inhoud en bereik je je doel. Tijdens de module Strategisch Management heb ik ervaren dat deze kwaliteiten ook handig zijn als manager.
Verder is topsport ook durven proberen, jezelf openstellen voor nieuwe dingen en dat blijven trainen. Dat merk ik ook tijdens de studie: je wordt uitgedaagd en krijgt heel veel mogelijkheden aangereikt. De docenten delen hun ervaringen uit de sportindustrie met ons, je ontmoet interessante gastsprekers en je werkt met medestudenten, die uit de topsport en het bedrijfsleven komen. We hebben allemaal dezelfde passie voor sport, maar we benaderen de vraagstukken vanuit verschillend perspectief. Die brede mix van gevarieerde kennis en ervaringen stimuleert je om je eigen carrière in sportmanagement een impuls te geven. Net als in de sport moet je er dan wel in geloven en zelf de verantwoordelijkheid pakken en er wat van maken.
De Master in Sport Management is vooral van belang voor mijn persoonlijke groei. Ik wil mijn ervaring uit de topsport en mijn kennis en kwaliteiten inzetten voor een maatschappelijke carrière in de sport. Iedere dag leer ik bij en ik hoop snel na mijn opleiding een droombaan te vinden en bij te dragen aan de sportsector!