Internationale voetballers die aan het Johan Cruyff Institute hebben gestudeerd praten over het belang van het verwerven van kennis over voetbalmanagement tijdens en na hun carrière. Om zo ook een voorbeeld te zijn buiten het veld.
De huidige sport kent veel idolen, en daardoor fungeren sporters meer dan ooit als voorbeeld in de maatschappij. In de sport business is voetbal de sport die de grote massa bij elkaar brengt. Clubs, bonden en de grote competities in de wereld, openen de deuren voor nieuw talent, dat op een steeds jongere leeftijd wordt geintroduceerd. En wie zegt dat deze deuren niet plotseling sluiten wanneer de gloriedagen van dit nieuw talent wordt overgelaten aan het geheugen, oftewel het leven na een actieve voetbalcarrière?
Wij zijn als publiek onder de indruk wanneer wij vernemen dat een speler die elke week duizenden supporters van hun stoel krijgt, heeft leren te voetballen sinds hij kon lopen. Het is tegenwoordig voor een sporter geen parttime baantje meer om een voorbeeld te zijn in de sport. Dit komt doordat de media het tegenwoordig niet beperken tot wat er op het veld gebeurd, maar ook alles uitlicht wat eromheen gaande is. Waarom zouden we spelers beperken in hun maatschappelijke carrière? Zij die hun ervaringen goed kunnen vertalen in het management, en daarmee in de toekomst een voorbeeld kunnen zijn voor de nieuwe generatie!
De spelers zijn uiteindelijk de hoofd verantwoordelijke voor hun eigen externe imago en zij hebben de taak om zo goed mogelijk te presteren, anders is de carrière snel gedaan. “Op 27 jarige leeftijd besefte ik dat ik moest investeren in mijzelf, omdat een voetbalcarrière – en in dit geval mijn voetbal carrière – niet voor altijd zal duren. Daarom startte ik met de opleiding Footbal Business Fundamentals. Nadat ik hiermee klaar was schreef ik mij in voor een ander programma aan het Johan Cruyff Institute.” Dit is een de anekdote van Guram Kashia, speler van Vitesse, dat uit komt in de Nederlandse Eredivisie. Deze visie wordt gedeeld door collega’s van hem, van wie sommige momenteel internationals zijn die ook hebben gestudeerd aan het Johan Cruyff Institute.
Bijvoorbeeld Fernando Arce (Dorados de Sinaloa – Mexico), Waldo Ponce (Universidad Concepción – Chile), Yasser Corona (Queretaro – Mexico), Israel Villaseñor (Puebla FC – Mexico), Celso Borges (Deportivo de La Coruña – Spain), Álvaro Saborio (DC United – USA), Iván Corredor (Patriotas FC – Colombia), Memo Ochoa (Málaga CF – Spain), Claudio Riaño (Unión Santa Fe – Argentina), Luis Michel ‘El Gato’ (Dorados de Sinalooa – Mexico), Mauricio Romero (Venados FC – 2ª División Mexico), Marko Vejinovic (Vitesse – Holland), Kelvin Leerdam (Vitesse – Holland) en Lucas Porcar (RCD Espanyol ‘B’ – 2ª B Spain).
“Sinds ik ben begonnen aan de Postgraduate in Football Business, realiseerde ik mij dat je eerst alle aspecten moet wegen om een keuze te maken in de sport. Je moet het bekijken vanuit de sport zelf, de business, de marketing, de financiën om je doelen te behalen. Alle aspecten en alle details zijn zeer belangrijk in de sport business, omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn.” Memo Ochoa
“Goed opleiden is uiterst belangrijk middel om goed voorbereid te zijn op de obstakels die spelers tegenkomen tijdens en na hun carrière. Van spelers wordt verwacht dat zij excelleren en resultaten behalen, omdat zij het belangrijkste aandeel zijn in deze industrie. Echter, als zij gaandeweg niet leren en trainen, dan lopen ze een veel groter risico om slachtoffer te worden van de commercie binnen de sport. Zo kan er misbruik worden gemaakt van de spelers eigen merknaam of hun eigen financiële positie. In de geschiedenis zijn genoeg voorbeelden van oud spelers, die verkeerde beslissingen hebben gemaakt in hun carrière.” zegt voormalig Australisch speler Craig Foster, momenteel bekend als verslaggever bij SBS.
Het aantal verantwoordelijkheden dat een speler meedraagt is afhankelijk van het moment in zijn carrière, maar het is een vicieuze cirkel die bij hem begint en eindigt. “Talent wordt ontdekt op een vroege leeftijd en de keuze om voetbal te willen spelen moet als kind worden gemaakt. Het is belangrijk dat zijn omgeving hem bewust maakt van de situatie en naar de toekomst kijkt”, aldus Lucas Porcar. Hij weet uit ervaring dat, “in het professionele voetbal er genoeg tijd is om het voetballen en studeren te combineren”.
Wat er allemaal gebeurd met een speler tijdens zijn carrière, als professioneel voetballer, hangt af van de speler zelf. Hetzelfde geldt na zijn carrière. “De clubs en bonden zouden spelers moeten verplichten om zich voor te bereiden op een carrière na het voetbal. Dat zou het ideale plaatje zijn, maar in de praktijk gebeurd het niet. Het is aan ons om ons te blijven ontwikkelen in de voetbalwereld en nieuwe professionele uitdagingen aan te nemen”. zegt Fernando Revilla.
En als er één ding is waar iedereen het mee eens is, is dat er een dag komt dat iedereen de switch moet maken van het veld naar kantoor, waar ook vele successen behaald kunnen worden. Voor Israel Villaeñor, “een speler die het management in wil gaan, brengt een eigen visie mee die tot stand is gekomen door zijn eigen ervaringen uit de voetbalwereld, door de prikkels die hem hielpen groeien tijdens zijn carrière, door het continue aanpassingsvermogen en het zoeken naar oplossingen om te slagen in de wereld van het professionele voetbal. We worden geïnspireerd door het geloof dat alles verbeterd kan worden en dat de kleinste details het grootste verschil kunnen maken”.
Opleidingen in Football Business aan het Johan Cruyff Institute: