Renée Kersten, voormalig profvoetbalster en alumna van de Johan Cruyff Academy en de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute, is terug in het voetbal en werkt nu bij de KNVB aan projecten die inclusief voetbal stimuleren
Haar verleden als profvoetbalster stelt haar in staat om zich met overgave bezig te houden met haar werk als coach en als medewerker van de KNVB. De 29-jarige Renée Kersten keerde terug naar het oude nest, om wederom als coach op het veld te staan en zich onder andere in te zetten voor het stimuleren van inclusief voetbal.
Renée Kersten was van jongs af aan voetbaltalent en werd, na uitgeblonken te hebben in de jeugdteams, op 17-jarige leeftijd profvoetbalster bij VVV-Venlo in de Eredivisie vrouwen. Eind september 2011 liep ze een hersenkneuzing en ernstige hersenschudding op en werd ze acht maanden lang drastisch in haar activiteiten beperkt. Na haar terugkeer bereikte ze weliswaar haar oude spelniveau, maar had ze ook geregeld terugslagen. Daarnaast kreeg ze het voorschrift om tijdens het spelen hoofdbescherming te dragen om verdere risico’s te vermijden.
Toen dat team uit elkaar viel en ondergebracht werd bij PSV/FC Eindhoven, had zij de mogelijkheid daar te gaan spelen. Maar ze besloot een nieuwe uitdagingen aan te gaan bij FC Utrecht. Deze transfer in de top van het vrouwenvoetbal zou een seizoen duren. Een volgende periode met wederom een terugslag van haar hersenkneuzing en het onverwachte verlies van haar moeder door een tragisch verkeersongeval, deed haar nadenken over de toekomst. In 2013 leidde dit tot een afscheid van het profvoetbal.
Ze combineerde haar carrière als profvoetballer met een studie sportmarketing aan de Johan Cruyff Academy Tilburg. Vorig jaar studeerde zij af aan de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute. Haar verleden als topsporter en die moeilijke periodes in haar leven, waren belangrijke levenslessen voor haar.
Na rust, innerlijke reflectie en het verstrijken van de tijd, is ze begonnen aan nieuwe projecten die haar veel energie geven en waar ze met veel enthousiasme over vertelt. Renée vertelt in dit interview hoe zij nu haar bijdrage levert aan het Nederlandse voetbal, een model dat zich inzet voor inclusiviteit en het ontwikkelen van kansen voor iedereen.
Hoe voelt het om weer op ‘het oude nest’ te zijn?
Het voelt super goed! Het is een inspirerende omgeving en je bent met niets anders bezig dan met voetbal. Dit keer niet als speelster maar als projectmedewerker.
Kun je uitleggen wat het voetbalontwikkelingsprogramma van de KNVB inhoudt?
Bij alles wat we doen, denken we vanuit de voetballer in zijn of haar omgeving, of het nu om een jeugdvoetballer gaat, of een Oranje-international. Want daar draait het om: dat elke voetballer plezier beleeft aan het voetbal en zich kan ontwikkelen op het niveau dat bij hem of haar past, in een veilige omgeving. We willen een aanbod genereren voor iedereen, want voetbal is voor iedereen. Iedere voetballer verdient een goede trainer en gelijke kansen. Daarom streven we ook naar meer vrouwen in voetbaltechnische functies.
Team Voetbalontwikkeling ontwikkelt daartoe opleidingen, content, producten en diensten, waaronder bijvoorbeeld de ontwikkelingsprogramma’s. Dit doen we door middel van onderzoek en door in gesprek te gaan met verenigingen, om verschillende producten of diensten aan te bieden. Bewustwording creëren bij verenigingen is in mijn ogen de belangrijkste doelstelling. Dan kunnen we samen toewerken naar nieuwe inzichten om dingen te veranderen, zoals het traditionele denken, van ‘dit hoort bij meiden, dit hoort bij jongens’. Het zou zo mooi zijn als er meer naar het individu wordt gekeken en niet naar geslacht. Kortom, ik zou graag een nieuwe norm zien in het voetballen die vergelijkbaar is als in het basisonderwijs; samen in de klas, samen gymmen en samen voetballen!
Hoe ga jij daaraan bijdragen?
Ik ga deelnemen aan verschillende projecten, van onderzoek en beleid schrijven tot en met de uitvoering. Zo werk ik nu onder andere aan het project ‘Meer vrouwen in voetbaltechnische functies’. Steeds meer vrouwen zijn actief binnen het voetbal, als speelster maar ook in kaderfuncties als trainer, scheidsrechter en bestuurder. Wij zien veel mogelijkheden in deze ontwikkeling en daarmee de ontwikkeling van het totale voetbal. We willen de komende jaren nog meer passende plekken creëren om meer vrouwen te binden aan andere voetbalrollen, zoals bestuurder, trainer en scheidsrechter.
“We willen de komende jaren nog meer passende plekken creëren om meer vrouwen te binden aan andere voetbalrollen”
Een ander project waar ik een bijdrage aan lever en dat al een tijd loopt is ‘Gelijke Kansen en Gemengd Voetbal’. Daarin helpen we verenigingen met de vragen ‘Hoe kun je jeugdvoetbal aanbieden waarbinnen meiden en jongens voetballen in een veilige omgeving en met plezier leren voetballen?’ Waarbij de kansen en het aanbod voor jongens en meiden gelijk aan elkaar zijn, ongeacht geslacht of voetbalniveau op dat moment.
Het mooie aan mijn werk vind ik, dat je met dit soort projecten veel impact kunt maken en niet alleen op voetbalgebied. Kinderen leren via voetbal waardevolle ervaringen, die ze de rest van hun leven meenemen. Gemengd voetballen bijvoorbeeld, is goed voor de ontwikkeling van een kind, want zo leren ze beter om te gaan met diversiteit en de verschillen tussen kinderen, waar ze een levenslang profijt van hebben, zowel privé als professioneel. Ook brengen we zo een verandering tot stand, waarin het traditionele denken wordt doorbroken, waardoor we de kans vergroten dat een kind zijn/haar eigen potentie kan benutten.
“In het project ‘Gelijke Kansen en Gemengd Voetbal’, willen we verenigingen helpen, waarbij de kansen en het aanbod voor jongens en meiden gelijk aan elkaar zijn, ongeacht geslacht of voetbalniveau op dat moment”
Los van de impact vind ik de variatie erg leuk. Verschillende projecten, maar ook verschillende stappen in een project. Fijn dat ik me niet hoef te focussen op bijvoorbeeld alleen onderzoek of alleen de uitvoering. En ergens van A tot Z verantwoordelijk voor te zijn en dat het uitdraait tot een succes is super!
In hoeverre helpen jouw eigen voetbal- en coaching-ervaringen je in je huidige werk?
Mijn voetbalervaringen hebben mij heel erg gevormd als mens. Zowel positief als negatief. Ik merk ook dat als je zelf gevoetbald hebt bij verschillende clubs en het spelletje begrijpt, veel projecten makkelijker zijn. Je weet ook dat elke vereniging anders is.
Mijn coaching-ervaringen gebruik ik met name in hoe je omgaat met verschillende mensen, maar ook groepen. Observeren, wat gebeurt er en wat er gebeurt er met mij? Wat voel ik? Nadenken en bewuster zijn over wat je zegt en hoe het over kan komen.
Je bent daarnaast ook coach bij KNVB MO15 Zuid-Nederland. Hoe heb jij jezelf als voetbalcoach ontwikkeld?
Toen ik zelf nog voetbalde, was het voornamelijk luisteren naar de coach. Ruimte voor eigen inbreng van de speelsters was er nauwelijks. Toen ik zelf begon als trainer, merkte ik dat dit niet meer de norm was. De speelsters/spelers willen vaak zelf bepalen hoe ze willen voetballen. Ook durven ze zich meer te uiten. Als ze ergens geen zin in hebben, dan merk je dat goed. In mijn tijd als speelster was dat not done.
“Naast mijn eigen ervaringen, heeft de Master in COaching me doen inzien hoe belangrijk dat mentale stuk is”
Toen ik startte als trainer/coach, vond ik dat best lastig, maar ik realiseerde me ook vrij snel, dat het enige waar ik invloed op heb is, hoe ik daarmee omga. Naast mijn eigen ervaring, heeft de Master in Coaching – dat als motto heeft dat ‘Je anderen pas kan coachen als je jezelf kunt coachen’ – me ook doen inzien hoe belangrijk dat mentale stuk is. Mijn coaching-stijl is nu veel meer op het nu gericht: niet spiegelen en aannames doen, maar constant observeren en in gesprek blijven met de speelsters, vragen stellen en ze motiveren om het zelf proberen op te lossen. Autonomie wordt gestimuleerd!
In de tijd dat je studeerde aan de Johan Cruyff Academy Tilburg, liep je midden in je voetbalcarrière een ernstige hoofdblessure op en moest je uiteindelijk stoppen met voetballen. Ook verloor je plotseling je moeder. Hoe hebben die gebeurtenissen jou gevormd?
Mijn hoofdblessure heeft me geleerd dat soms niet alles kan. Ik word nog steeds teruggefloten door mijn restklachten. Zo kan ik – soms out of the blue – een terugslag krijgen en moet ik een pas op de plaats doen. Jammer genoeg was toen mijn enige rem mijn eigen lichaam, in plaats van preventief bezig zijn. Nu heb ik dit een plekje weten te geven en ga ik er anders mee om.
Toen ik het nieuws hoorde hoelang het herstel ging duren, stortte mijn (voetbal)wereld in; revalideren, zeker 8 maanden. In het begin sliep ik alleen en had ik moeite met bijvoorbeeld op een skippybal zitten met muziek aan. Multitasking was niet te doen en praten was ook moeilijk. Alles kostte te veel energie. Langzaamaan ben ik volledig hersteld, met wat restklachten waar ik goed mee kan leven. Wel moest ik met hoofdbescherming voetballen. Nog zo’n klap zou niet goed zijn!
Helaas merkte ik wel dat voetballen na zo’n heftige blessure de nodige terugslagen met zich meebracht. Weer een aantal weken rustig opbouwen, geen onderdeel zijn van de selectie en dan weer volle bak voetballen. Zo ging het constant op en af. Demotiverend af en toe, maar hoe dan ook, ik moest er alles aan doen om er weer te staan. Dit brak mij op een gegeven moment op en toen ben ik in gesprek gekomen met een sportpsycholoog. Dit hield ik uiteraard voor me, want dit past niet in het plaatje van een voetballer. Niemand wist er van.
Ik besef me nu dat de emoties die er toen inzaten, door mijn hersenletsel, eruit wilden. Maar daar was geen ruimte voor, want ‘soft’ zijn hoort niet bij topsport. Niet zeuren en doorgaan. Dit was denk ik het begin van het afbrokkelen van mijn ‘harde topsport identiteit’, tenminste hoe topsport vaak wordt gezien.
“Ik kwam gaandeweg tot het besef dat topsport ook een akelige wereld kan zijn en dat ik daar niet goed pase. Ik wil mijn ervaringen gebruiken, niet alleen uit voetbal maar ook in mijn leven, om andere spelers te helpen. Hier komt mijn passie voor performance coaching vandaan”
Ik weet nog dat ik eind 2012 bij de fysio zat met mijn moeder, omdat ik een pees had gescheurd in mijn knie; wéér een terugslag na mijn hoofdblessure. Ik herinner me nog dat ik zei dat ik hoopte dat 2013 me meer geluk zou brengen. Helaas bleek dit anders te lopen. Begin januari ben ik door een auto-ongeluk mijn moeder verloren en heeft mijn oudste broer 3 weken in coma gelegen. Een hele zwarte periode, die soms voelt als een film. Gelukkig is mijn oudste broer helemaal hersteld, zo knap hoe hij dat voor elkaar heeft weten te krijgen!
De periode daaropvolgend heb ik ontzettend veel moeite gehad met mijn identiteit en met alle emoties die horen bij rouw. “Deze emoties mogen niet”, “ik moet gewoon doorgaan, wat kun je anders?” “Waar is huilen goed voor? Dit verandert de situatie niet!”. En toen brak ik echt. Mijn topsport identiteit zat gruwelijk in de weg. Hoe zweverig het ook klinkt, maar de ‘echte ik’ wilde eruit; ik moest lucht krijgen en alle emoties een plek geven en het laten gaan.
Ik kwam gaandeweg tot het besef dat topsport ook een akelige wereld kan zijn en dat ik daar niet goed pas. Hier begon mijn passie voor prestatiecoaching. Ik wil met de ervaring die ik heb opgedaan, niet alleen in het voetbal maar ook in mijn leven, speelsters/spelers helpen. Ik wil de persoon achter de speelster/speler leren kennen, kijken wat werkt voor hen en zo hun rugzakje vullen voor het leven. Ze helpen zelfinzicht te geven, autonoom te zijn en zelfvertrouwen te krijgen. En zo kwam ik uit bij de Master in Coaching! Eigenlijk een logische stap.
Hoe hebben die gebeurtenissen deel uitgemaakt van jouw persoonlijke ontwikkeling via de Master in Coaching?
Tijdens de persoonlijke presentatie aan het begin van de Master in Coaching heb ik mijn verhaal met de medestudenten en docenten gedeeld; het auto-ongeluk en mijn hersenletsel. Toen ik daar zo kwetsbaar stond voor een groep onbekende mensen, was dat enorm spannend, maar ook erg fijn. Ik mocht mezelf zijn, met alles wat daarbij hoort.
“Jaren topsport hadden me hard gemaakt en – als ik erop terugkijk – was ik in sommige situaties net een emotieloze robot. De Master in Coaching heeft me geleerd dat het oké is om jezelf te zijn en alle emoties die daarbij horen”
Jaren topsport hadden me hard gemaakt en –als ik erop terugkijk– was ik in sommige situaties net een emotieloze robot. De Master in Coaching heeft me geleerd dat het oké is om jezelf te zijn en alle emoties die daarbij horen. Ook het gemis van mijn moeder heeft me doen beseffen dat het oké is om te huilen, in plaats van alles op te proppen. Ik vind het nu gek, dat dit vaak wordt gezien als iets softs
Wat waren dan de grootste take-outs voor jou van de Master in Coaching?
Bewustwording, bewustwording en nog eens bewustwording! (lacht) Hoe ik overkom en het observeren van anderen. De Master in Coaching gaf me inzichten zoals: wat is van mij en wat is van de ander? Waar heb ik invloed op en waar wil ik mijn energie in steken? Wanneer maak ik aannames? En waar zijn die op gebaseerd?
De Master in Coaching heeft er ook voor gezorgd dat ik de lat voor mezelf lager mag leggen. Ik hoorde dit al sinds ik me kan herinneren, dat die lat omlaag moest. Ook de geboorte van ons zoontje Don heeft mij laten inzien wat echt belangrijk is: je leeft maar een keer, hoe cliché ook. En het is allemaal oké, dat is iets wat docent-coach Maarten van Heeswijk vaak zei. Heel simpel maar het geeft mij rust.
Kun je aangeven, hoe de hbo-opleiding Sportmarketing van de Johan Cruyff Academy heeft bijgedragen aan jouw loopbaan?
Ik heb tijdens mijn tijd op de Johan Cruyff Academy een marktonderzoek mogen houden bij mijn vereniging waar ik als meisje ben begonnen: V.V. Maarheeze. Zo heb ik niet alleen geleerd wat er achter de schermen gebeurt bij een vereniging, maar ook hoe je goed kwalitatief en kwantitatief onderzoek kunt doen via uitvoeren, interpreteren en toetsen, en hoe je de huidige status in kaart kan brengen door middel van SWOT-analyses. Ik heb in mijn huidige werk vaak ‘o ja-momentjes’ dankzij de Johan Cruyff Academy. Zo kwam het User Interface-model naar voren bij één van de projecten.
Hoe was het om er met andere sporters te studeren?
Erg leuk! Ik vond het interessant hoe andere topsporters om gaan met hun sport. Bij voetballers wordt alles geregeld en train je relatief weinig in vergelijking met (voornamelijk) individuele sporters. Dat was in ieder geval in mijn tijd zo.
“Soms gebeuren er dingen met je in het leven en moet je stoppen. Johan Cruyff Academy was wat dat betreft een belangrijk vangnet voor mij”
Ook merkte ik dat de werkdynamiek fijn was. Over het algemeen was iedereen mondig en stelden veel medestudenten kritische vragen. Er werd goed vooruit gepland zodat je de regie zelf kon bewaken. Dit was een verschil met veel medestudenten op de middelbare school, wat ergens ook logisch is: topsporters zijn niet anders gewend en willen kosten wat kost hun sport blijven uitoefenen én goede prestaties leveren. Zo ervaarde ik het in grote lijnen.
Tot slot, we weten dat je een grote liefde en passie voor Johan Cruijff hebt. Waar komt die vandaan?
Bij ons thuis is Johan Cruijff heilig. Mijn vader is groot fan; ‘de beste voetballer allertijden’. En ja wat je vader zegt, dat klopt (lacht). Los van zijn voetbaltalent, vind ik het ontzettend fijn dat ik naast mijn topsport ook kon studeren, want zoals hierboven aangegeven: het leven overkomt je soms, waardoor je noodgedwongen moet stoppen. De Johan Cruyff Academy was voor mij wat dat betreft een belangrijk vangnet.
Daarnaast heb ik hem ook kort mogen ontmoeten, op een voetbaltoernooi met een team van het Johan Cruyff Institute. Een ontzettend lieve man. Hij nam voor iedereen de tijd. Het was heel erg leuk om hem toen ook nog even in actie te zien op het veld!