De olympische schaatslegende Bob de Jong studeerde sportmanagement aan Johan Cruyff Institute om zijn interesse in de zakelijke kant van sport te voeden
Bob de Jong heeft in Nederland een naam opgebouwd die synoniem staat voor schaatssucces. Als voormalig Nederlands topschaatser en huidig coach, maakte hij faam met zijn specialisatie op de vijf en vooral de tien kilometer afstanden. Zijn prestaties spreken boekdelen: gouden olympische medaillewinnaar in Turijn 2006, olympisch zilver in Nagano 1998, en twee keer olympisch brons in Vancouver 2010 en Sotsji 2014. Daarnaast was Bob vijf keer wereldkampioen op de 10.000 meter en twee keer op de 5000 meter. Met onderscheidingen zoals de Ard Schenk Award en de Oscar Mathisen-trofee, is zijn erelijst indrukwekkend.
In 2016, op 39-jarige leeftijd, nam Bob afscheid van de wedstrijdsport. Kort daarna ontving hij de oeuvreprijs van de KNSB voor zijn grote bijdragen aan de schaatssport. De sportieve kant is Bob natuurlijk niet onbekend, maar in september 2023, terwijl hij inmiddels ruim in de veertig is, besloot hij een nieuwe uitdaging aan te gaan: de Master in Sport Management aan Johan Cruyff Institute Amsterdam volgen. Zoals hijzelf in De Telegraaf aangaf, die hem een studiebeurs verleende voor deze opleiding: “Ik ben de oudste van mijn internationale klas en heb meer ervaring in de topsport dan mijn klasgenoten, maar zij hebben daarentegen meer studie ervaring en daar kan ik van leren. Ik heb hier goed over nagedacht en heb enorm veel zin om de zakelijke kant van de topsport te leren kennen.”
Deze nieuwe stap toont de veelzijdigheid en het doorzettingsvermogen van Bob de Jong, iemand die zich niet alleen op de ijsbaan, maar ook daarbuiten wil blijven ontwikkelen.
De groep studenten was heel gemêleerd en jij was één van de ouderen. Heb je van anderen kunnen leren, of heb je meer gegeven?
Ik heb veel van hen geleerd, ook veel kleinere dingen. Mijn studiegenoten waren bijvoorbeeld heel handig met Word, Drive en PowerPoint. En Kate, die uit de Verenigde Staten kwam en in mijn groep zat voor het Master Final Plan, hielp dan weer met het Engels in de teksten.
“Omgekeerd was ik soms de coach. Ik houd ervan om iemand apart te vragen naar zijn of haar mening en ik zie dat het anderen ook sterker maakt, net als in de sport, waar je een atleet ook in de kracht zet”
Omgekeerd was ik soms de coach. Ik houd ervan om iemand apart te vragen naar zijn of haar mening en ik zie dat het anderen ook sterker maakt, net als in de sport, waar je een atleet ook in de kracht zet. De studiereis naar Barcelona heeft daar ook een rol in gespeeld. Daar was ruimte om uit de dagelijkse omgeving te zijn en de opdrachten met elkaar goed door te spreken en om erachter te komen waar de sterke kanten van iedereen lagen. Samenwerken is de kracht van het team en zo hebben we elkaars sterke kanten goed kunnen combineren tijdens de opleiding.
Hoe kijk je terug op je leerervaring aan Johan Cruyff Institute?
Het was een hele nieuwe omgeving voor me om weer te gaan studeren, vooral op dit niveau. En dat het in het Engels was, dat was ook even wennen. In het dagelijks leven red ik me er mee, maar in het Engels schrijven vond ik lastig. Afgezien daarvan ging het eigenlijk heel goed. Ik ben nieuwsgierig van aard, dus keek altijd uit naar de volgende gastpresentaties en heb geen sessie gemist. Ik heb ook bij geen enkele deadline paniek ervaren. Ik had natuurlijk geen excuses meer van ‘Ik moet trainen’, maar dat was ook niet nodig. In topsport ben je gewend om te plannen om alles ruim op tijd klaar te hebben. Dat werkte nu ook zo. Je krijgt een opdracht, bekijkt wat ervoor nodig is en begint eraan, net als in de sport, en als je meer tijd nodig hebt, dan kan je dat altijd bespreken. Zo hadden we eens drie deadlines in twee weken, deze zijn iets aangepast.
“In topsport ben je gewend om te plannen om alles ruim op tijd klaar te hebben. Dat werkte nu ook zo. Je krijgt een opdracht, bekijkt wat ervoor nodig is en begint eraan, net als in de sport”
Waarom besloot je de masteropleiding te gaan doen?
Ik werd er al voor benaderd rond 2012, maar ik was toen betrokken bij de bouw van het nieuwe Thialf. Uiteindelijk ging dat niet door, maar voor de opleiding was het toen ook geen goed moment, want ik koos ervoor om mijn sportcarrière volledig op te pakken. Ik combineerde dat vier jaar lang met 20 uur werk per week. Maar na mijn tijd in Korea kwam er weer een moment waarop ik dacht: die master, die wil ik nog doen. Het bleef dus altijd in mijn hoofd zitten als iets interessants om te doen. Het leek me een mooi vervolg op mijn topsportcarrière, om te leren over de meer zakelijke kant van sport. Ik heb altijd een unieke route genomen met trainen in het buitenland, heb veel zelf georganiseerd, en dat wilde ik doorzetten via de masteropleiding.
Heb je toekomstplannen met je opleiding?
Dankzij het Master Final Plan van de opleiding ben ik in contact gekomen met de gemeente Leeuwarden en ga ik per september beginnen bij de BV Sport in Leeuwarden. De gemeente wil het Athletic Skill Model (ASM) implementeren in Nieuw Oud Oost, een nieuwe woonwijk in Leeuwarden. Het speelveld komt te liggen waar nu Cambuur het speelveld heeft, de tribunes worden woningen. Maar ook de omgeving van het oude stadion wordt opgeknapt met veel nieuwe woningen en ruimte om te voetballen. Hoe we het precies in gaan vullen weten we nog niet, maar het is een uitdagende omgeving met veel mogelijkheden. Ik ben er klaar voor om daaraan te beginnen.
Afstuderen 2024 met Bob de Jong links achterin.
.JPG){kind=link}