De tweevoudig wereldkampioene op de weg, Anna van der Breggen, die haar eerste jaar als teamleider in het vrouwenwielrennen combineerde met de Master in Coaching van het Johan Cruyff Institute, gaat in op haar nieuwe rol in een snel ontwikkelende sport, waar kansen en nieuwe uitdagingen hand in hand gaan
Anna van der Breggen is één van de Nederlandse top-wielrensters, die dankzij haar internationale successen, het vrouwenwielrennen op de kaart heeft gezet en een bijdrage heeft geleverd aan die groeiende belangstelling. Ze bezorgde haar land de eerste gouden medaille voor het wegwielrennen tijdens de Olympische Spelen in Rio in 2016. Daarnaast won ze onder andere twee wereldtitels op de weg in 2018 en 2020, een tijdrit in 2020 en heeft ze etappes gewonnen in de belangrijke koersen, zoals de Giro Rosa, de vrouweneditie van de Giro d’Italia.
Afgelopen jaar beëindigde ze haar wielerloopbaan, om door te gaan als ploegleider van haar Team SD Worx, wat ze combineerde met de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute in Amsterdam, dankzij een studiebeurs van Telesport. De opleiding kwam haar goed van pas in haar nieuwe rol als ploegleider. “Het was fijn om een omgeving te hebben, waar ik dingen kon inbrengen waar ik in mijn rol als ploegleider tegenaan loopt en dat kon ik vervolgens gelijk toepassen in mijn werk”, aldus Anna.
In dit eerste deel van dit interview spreken we met Anna van der Breggen over haar rol als ploegleider in het vrouwenwielrennen, coaching als vak, en wat zij uit de Master in Coaching toepast in haar huidige rol. In het tweede deel, gaan we vooral in op de snelle groei die het vrouwenwielrennen doormaakt en de kansen en uitdagingen die dat met zich meebrengt.
Welke dingen uit het wielrennen, neem jij mee in jouw rol als ploegleider?
De persoon die ik op de fiets was, die ben ik nog steeds. Dus in die zin neem je alles mee. De vraag is, wanneer vertel je iemand ‘dat moet je zus-en-zo doen, want dat deed ik ook altijd en dat werkt goed’, of wanneer vraag je iemand ‘hé, wat denk je dat jij nodig hebt, om dat beter voor elkaar te krijgen?’
Hoe pas jij die dingen toe als ploegleider?
Dat verschilt. Als ik denk dat die renster iets heeft aan mijn wielrenervaringen van toen, dan zal ik dat wel vertellen, maar weet je, iedere persoon is zo verschillend, waardoor ze er in de meeste gevallen niet zoveel aan hebben, als ik vertel hoe ik de dingen deed. Dus het betekent niet dat zij het per se ook zo moeten doen. Het kan een voorbeeld zijn, maar het gaat om henzelf. Hoe voelt een renster zich en wat heeft zij nodig om er te komen.
Ik kan me ook voorstellen, dat je met jouw ervaring en successen een bepaalde autoriteit hebt opgebouwd en dat rensters graag horen wat jouw mening is. Herken je dat?
Ja, en het geeft mijzelf natuurlijk ook zekerheid. Ik heb jaren gefietst en ik heb toen de onderlinge verschillen binnen ons team ook gezien. Ik heb veel geleerd van de dingen die ik deed, die anderen soms totaal verschillend deden. Jarenlang ben je met andere wielrensters omgegaan en heb je meegekeken en geobserveerd. Daardoor weet je inmiddels, dat de eigen ervaringen interessant zijn, maar dat je ook weet dat die bij anderen niet werken.
“Je weet inmiddels dat de eigen ervaringen interessant zijn, maar ook dat die bij anderen vaak niet werken.”
Sterker nog, vaak is het zelfs van: ‘Ik deed het zo, maar ik denk dat dat bij jou niet werkt’. En dat is ook wat je bij de Master in Coaching leert: vertrouw op je intuïtie. Door te praten en te luisteren, kom je er vaak zelf wel achter, wat je zelf nodig hebt. En daar durf ik vaak wel meer op te vertrouwen.
Wat zijn jullie doelstellingen als Team SD Worx?
We hebben onze doelen en protocollen niet vastgelegd. We vinden het belangrijk dat de meiden zich goed voelen –om het zo maar te zeggen– en dat ze zich bij ons ontwikkelen en beter worden en zelfverzekerd kunnen zijn. Daarvoor heb je veel dingen nodig. Alle middelen hoe je een groep creëert zet je eigenlijk in. Dus, een veilige omgeving, respect hebben voor elkaar, dat soort dingen.
Hoe pas je dat toe met het team?
We hebben dit jaar 13 rensters. Met drie ploegleiders bepalen we de samenstellingen van het team. Je hebt een opbouwfase naar een piekmoment toe. Je rijdt dus niet alleen maar de koersen waar je de successen wilt halen. Je kan ook deelnemen aan een koers om daar ervaring op te doen. Zo is er voor iedereen een individueel programma, waarbij ze wel toewerken naar momenten waarbij ze zo goed mogelijk presteren, of hun taak zo goed mogelijk uitvoeren, maar waarbij ze bijvoorbeeld niet altijd hoeven te gaan voor het winnen van een wedstrijd.
“Er is voor iedereen een individueel programma, waarbij ze toewerken naar momenten waarbij ze zo goed mogelijk presteren, of hun taak zo goed mogelijk uitvoeren”
Waar gaan jullie aan deelnemen als Team SD Worx?
De Giro d’Italia en de Tour de France voor vrouwen zijn de twee belangrijkste koersen die eraan komen. Iedereen is zich daarvoor aan het voorbereiden. We namen deel aan The Women’s Tour, een programma in Engeland, die daar onderdeel van is. Het trainingsprogramma deden we in Frankrijk, in Brides-les-Bains, dat is onderaan in het dal en dan gaan ze omhoog. Daar hadden we een huisje rond de 2000 meter. We waren daar drie weken.
Daarbinnen hebben ze allemaal hun eigen wedstrijd- en trainingsprogramma en daarmee probeer je het zo te timen, dat iedereen krijgt wat ze nodig hebben, om in topvorm te zijn als de belangrijke etappekoers daar is.
Hoe was de Master in Coaching daar behulpzaam bij?
In de Master in Coaching leer je op een andere manier te denken, of op een andere manier tegen dingen aan te kijken. We begonnen aan de opleiding met het typische idee: Als je iets vraagt, dan krijg je een antwoord en je wordt op een bepaald moment beoordeeld. Dat zijn de eigenschappen die je van een opleiding verwacht. Maar in de Master in Coaching was dat helemaal niet zo.
Als we bijvoorbeeld ’s ochtends bij elkaar kwamen en we waren allemaal lekker aan het kletsen, dan werd het niet stil… Je verwacht dan op een gegeven moment dat je iets zal horen van de docent, want normaal krijg je dan ‘op je kop’, als je nog praat in de les. En dat soort regels en gewoontes, die gelden bij de Master in Coaching niet, want misschien heeft dat geklets juist ook wel iets moois.
Hoe verwarrend was dat?
Ja, enorm. Ook als iemand een vraag stelde, dan was iedereen vol verwachting en ik dacht vaak: ‘Wat een interessante vraag’, of ‘Ik ben benieuwd naar het antwoord’. En dan kreeg je terug: ‘Ja, dat is een mooie vraag’ en dat was het dan (lacht).
In het begin was iedereen verbijsterd, zo van: ‘Geef het antwoord dan!?’ Maar op een gegeven moment weet je wel, dat het antwoord niet komen gaat en dat het er juist om gaat dat je voor jezelf nagaat: ‘Waarom wil ik dit weten?’, of ‘Wat doet het met mij?’ Kortom, dit studieprogramma doe je voor jezelf en jij bepaalt wat je eruit haalt.
Is de Master in Coaching geschikt voor elka coach?
Het lastige voor mij was –en ik denk dat dat bij meer deelnemers het geval was– dat ik van tevoren geen duidelijk beeld van de master had. Er is geen vast programma met modules in deze master en je bepaalt vooral zelf wat je wilt leren. Je leert veel over jezelf. En dat is natuurlijk heel handig als je iets nieuws of anders gaat doen in je leven, zoals ik deed.
Achteraf gezien, denk ik dat deze opleiding voor veel mensen heel goed is, maar je moet er wel open voor staan. Je moet vooral eerlijk naar jezelf toe zijn, om bij jezelf bijvoorbeeld na te gaan: ‘Waarom denk ik dit eigenlijk?’, of ‘Waarom doe ik dit altijd op deze manier?’, of ‘Waarom voelt dit zo fijn?’
Je moet er dus wel klaar voor zijn, om dat op te kunnen pakken. En áls je dat dan doet –en ik moet zeggen dat we wel een heel fijne groep mensen hadden die daar allemaal heel open in stonden– dan zal de opleiding je ook veel moois brengen. En dat is per persoon dan heel verschillend, want iedereen haalt er wat anders uit. Want het ligt er maar net aan wat je doet in je leven, waar je over nadenkt en waar je mee zit en aan wilt werken.
Je doet de Master in Coaching voor jezelf en je moet het ook zelf doen. En als je daar niet klaar voor bent, of als je er niet de aandacht voor kan hebben, dan is het misschien niet het goeie moment. De timing is dus bepalend, maar dan zou ik het wel aanraden.
De dingen die je noemt over coaching, pas je die nu ook toe bij de wielrensters?
Jawel. Vroeger zou ik de dingen meer doen zoals we het altijd deden. Nu denk ik vaker: ‘Wat is een goed moment?’, ‘Wat heeft iemand nodig?’ Het is meer persoons-gestuurd, zeg maar. Dat je meer kijkt, wat past bij degene die tegenover je zit. Maar ook met de groep. Bijvoorbeeld, ik had dit-en-dit gepland, maar volgens mij is het nu geen goed moment om dat zo te doen en zijn ze toe aan wat anders. Nu pas ik dat makkelijker aan.
Dat klinkt als meer flexibiliteit. Klopt dat?
Nou, ik denk dat ik altijd wel flexibel was, maar het gaat niet op de automatische piloot. Je doet geen dingen, omdat je ze altijd zo gedaan hebt.
Johan Cruijffs’ filosofie en onderdeel van het studieprogramma is: het gaat om het individu én het team én de omgeving … Gaat in het wielrennen dan het individu boven het team of omgekeerd?
Ja, dat verschilt altijd… Kijk, we hebben heel veel verschillende meiden en soms moet je iets als ploeg organiseren en soms is het heel individueel. Natuurlijk let je sowieso op het individu en wat die persoon nodig heeft, want je ziet het wel als iemand zich niet goed voelt, of als er iets mis is of verkeerd gaat, maar om een ploeg te vormen, moet je natuurlijk op de individuen letten, maar soms ook op het groepsproces.
“Ik heb geleerd om het meer bij de ander te laten en kijken hoe ver iemand zelf komt”
In de Master in Coaching hebben we ook geleerd om niet zozeer het gesprek te voeren, maar veel meer te observeren, echt te kijken naar de ander, om ook op die manier te kunnen sturen naar wat iemand eigenlijk zelf weet. Dat betekent ook dat je minder bezig bent met: ‘Welke goede vraag moet ik stellen om de oplossing te vinden’, maar je laat het meer bij de ander en kijkt hoe ver iemand zelf komt. En daar is wel echt een andere manier van denken voor nodig, op het moment dat je het gesprek ingaat.
Dat heeft niet alleen betrekking op coaching. Het heeft te maken met de aandacht verleggen naar een andere plek; aandacht voor de omgeving en de dingen die daar spelen en kijken hoe het is.
Credits Coverfoto: GettyImages, Team SD Worx