Rogier van ’t Hek is voormalig International van het Nederlands Hockey team. Hij werd in 1997 en 2003 landskampioen met Amsterdam en in 1998 wereldkampioen met Oranje. Na zijn sportcarrière werkte hij onder meer als hoofdredacteur bij hockey.nl en NUsport. Rogier is op dit moment hoofdredacteur Cross Media bij Fox Sports en volgt de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute.
Met een korte onderbreking hockeyde ik van 1991 tot en met 2003 in de Hoofdklasse. Ik kan mij uit die jaren niet herinneren dat we aan het begin van het seizoen afspraken maakten over wat we precies wilden bereiken en op welke manier. Wij trainden gewoon hard, probeerden elke wedstrijd te winnen, scholden elkaar regelmatig de huid vol en dronken na afloop een biertje met elkaar.
Ik snijd dit onderwerp aan omdat tijdens de Master in Coaching aan het Johan Cruyff Institute onze docent, en tevens bondscoach van de handbalvrouwen Henk Groener, ons liet kennismaken met zijn zeven punten tellende toolbox voor een succesvol team: gezamenlijk doel, gedeelde normen en waarden, open communicatie, duidelijke en passende taken en rollen, acceptatie van alle voorgaande punten, regelmatige evaluatie en waardering en beloning op maat.
Hoewel bedoeld als checklist voor coaches, is Groeners lijstje wat mij betreft een aanrader voor de spelers van de huidige nationale hockeyselectie. Alleen al om te beseffen wat er, naast alle trainingen, bij komt kijken om een goede ploeg te worden. Want dat is Oranje nu niet, getuige de vijfde plaats tijdens de Champions Trophy in India, afgelopen december.
Van die prestatie schrok bondscoach Max Caldas trouwens zó, dat hij maatregelen nam. Hij liet zijn selectie in januari tijdens een trainingskamp in Zuid-Afrika niet zoals gebruikelijk overnachten in een luxe hotel, maar in een public school met kleine kamertjes en stapelbedden. Dat was op zijn beurt ‘schrikken en slikken’ voor sterspeler Robbert Kemperman, zo las ik in een reisreportage op zijn website.
Na afloop van de oefentrip liet Caldas aan de NOS weten dat hij de Oranjehockeyers onder de Afrikaanse zon had willen meegeven dat ze op weg naar de Spelen van Rio in 2016 moeten leren elkaar te corrigeren, te steunen en te leren leven als topsporters. Het laatste klinkt wellicht wat vreemd in de oren, maar verraste mij niet. Te vaak hoorde ik nog verhalen over nachtelijke avonturen van internationals, die niet passen bij hun professionele status.
Dit soort uitspattingen mag op weg naar Rio door de spelersgroep simpelweg niet meer worden geaccepteerd. Een aanzet hiertoe is gegeven in Kaapstad, begreep ik uit het reeds gememoreerde verslag op robbertkemperman.nl: ‘We moesten weer naar elkaar toe groeien en ik weet zeker dat de eerste ferme stap in Zuid-Afrika is gezet. We hebben meerdere teamgesprekken gevoerd en daarbij duidelijk gekregen wat we als team willen doen richting Rio.’
Ik mag hopen dat de hockeymannen in die praatsessies niet alleen duidelijke afspraken hebben gemaakt, maar elkaar als echte topsporters ook de waarheid hebben gezegd. En dat ze dat vooral zullen blijven doen. Want zoals we tijdens de Master in Coaching óók van Groener meekregen: de lieve vrede is killing voor succes.