Niels Meijer, manager van de Cruyff Foundation in Nederland, voormalig manager van Johan Cruyff Institute Amsterdam en alumnus van de Master in Sport Management, gaat in op de internationale strategie van de organisatie, de betrokkenheid van Johan’s gezin en het voortzetten van Johan’s wens om wereldwijd ruimte te creëren voor kwetsbare kinderen en jongeren
Ruimte. Ruimte voor beweging, ontwikkeling, interactie, groei, vrijheid. Ruimte, tools, mogelijkheden, zodat kinderen via sport en spel kinderen kunnen blijven, ongeacht hun ras, geslacht, middelen, capaciteiten of omgeving. Ruimte is wat de Cruyff Foundation al meer dan 24 jaar creëert voor kwetsbare kinderen en jongeren over de hele wereld. Het kenmerkende en doelgerichte balgevoel van Johan Cruijff, zijn typische dribbel met de bal en de ruimte die hij creëerde tussen de tegenstanders en hemzelf, wekte wereldwijd bewondering en leidde tot een nieuwe speelstijl. Het trok ook de aandacht van Jon Jon, een jongetje met het syndroom van Down dat naast Johan woonde tijdens zijn dagen in Washington en met wie hij vaak speelde, waarmee hij het jongetje ook uit zijn isolement haalde. Jon Jon zou onbewust het begin worden van zijn Foundation.
De Cruyff Foundation in Amsterdam viert volgend jaar haar 25-jarig jubileum, waarin een internationale strategie is neergezet volgens de missie en visie van Johan. De stichting helpt momenteel meer dan 200.000 kinderen met of zonder handicap, over de hele wereld via drie grote projecten: de Cruyff Courts (aanwezig in 21 landen, 266 velden aangelegd, 45 Special Cruyff Courts; 65.000 kinderen gebruiken ze wekelijks), Schoolplein14 (aanwezig in 3 landen, 520 schoolpleinen, 81 in centra voor speciaal onderwijs; schoolpleinen voor 90.000 kinderen per week) en gehandicaptensport (50.000 kinderen met een handicap sporten wekelijks en elk jaar wordt voor hen de Open Dag georganiseerd in Amsterdam en Barcelona, een sportdag die meer dan 1.500 kinderen verenigt).
“Een belangrijke drive binnen de Cruyff Foundation is dat we altijd nadenken over wat Johan in zo’n situatie zou doen. Zo zijn we internationaal groot geworden en groeien we nog steeds en maken we impact; we werken vanuit diezelfde energie om zijn legacy voort te zetten”, aldus Niels Meijer. Sinds 2015 is hij de manager van de Cruyff Foundation in Nederland, nadat hij in aanraking kwam met het gedachtegoed van Johan Cruijff, toen hij stopte als professioneel basketballer: eerst volgde hij de Master in Sport Management en daarna was hij manager van het Johan Cruyff Institute Amsterdam.
In dit uitgebreide interview vertelt hij over het ontstaan van de Cruyff Foundation, de expansiestrategie, de betrokkenheid van Johans familie, sport- en overheidsinstanties en het laatste project voor vluchtelingenkampen, waarbij altijd aan Johan Cruijff gerefereerd wordt.
Als je Johan nu voor je had, hoe zou je hem dan vertellen hoe zijn Foundation in de loop der jaren veranderd is, tot wat het nu is geworden?
Ik vind dit een leuke vraag, omdat wij ons altijd hetzelfde afvragen. We missen hem nog elke dag, vooral zijn inzichten. Hij dacht altijd buiten de kaders, was een stap vooruit, dus wat we nu doen is onszelf altijd afvragen: Wat zou Johan in deze situatie gedaan hebben? Het staat zelfs bij ons op de muur: Wat zou Johan hebben gedaan? Ik zou hem vertellen dat we internationaal gegroeid zijn, dat we misschien een beetje meer gestructureerd zijn dan toen, en dat we een enorm bereik hebben. We creëren ruimte voor kinderen, om ze te helpen ontwikkelen via sport en spel, voornamelijk in Nederland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika en Maleisië. Ik zou hem willen zeggen dat het goed gaat en dat we samenwerken met de Fundación Cruyff in Barcelona. We doen enorm veel voor gehandicapte kinderen, voor kinderen in achterstandswijken via de Cruyff Courts, en nu ook voor kinderen uit vluchtelingenkampen. En ik zou hem graag willen zeggen dat we nog steeds met dezelfde, of misschien zelfs wel meer, energie werken en dat we heel graag zijn Legacy voort willen zetten.
“Ik zou tegen Johan zeggen dat we internationaal gegroeid zijn, dat we een groot bereik hebben en dat we nog steeds met dezelfde energie – of misschien wel meer – aan zijn legacy werken”
Als we teruggaan naar het begin: hoe en wanneer werd de organisatie opgericht? Was het gebaseerd op Johans eigen ervaringen?
Het begon allemaal toen Johan in Washington in de VS speelde. Hij woonde naast een jongetje met het syndroom van Down, zijn naam was Jon Jon. Johan raakte bevriend met hem. Vanuit die vriendschappelijke sfeer leerde hij het jongetje zwemmen en voetballen. En op een dag, toen Johan aan kwam rijden na een wedstrijd, reed hij zijn straat in en zag hij Jon Jon met de andere kinderen spelen en die zeiden: ‘Als je met Johan kan voetballen, kan je ook met ons meedoen’. Dat was het moment dat het zaadje werd geplant om zijn eigen stichting op te zetten, nu 24 jaar geleden. Dus volgend jaar is ons 25-jarig jubileum en ik denk dat we nog steeds doen wat hij toen begon: kinderen helpen in hun ontwikkeling door middel van sport en spel, omdat dat zo krachtig is.
Van de Verenigde Staten tot India en van Noord-Europa tot Zuid-Afrika, de Foundation heeft steeds meer projecten en ambassadeurs sluiten zich daarbij aan. Welke regel van Johan Cruijff moet daarbij altijd bewaard blijven?
In alle projecten die we doen, zoals bij de Cruyff Courts, de multifunctionele veldjes die we overal over de hele wereld aanleggen, is dat veel meer dan het veldje op zich, omdat we ook coaches opleiden en er komt altijd een bord bij met de 14 regels van Johan Cruijff. Het zijn 14 regels omdat zijn nummer 14 was. En mijn favoriete regel op dat bord is “wees een teamspeler“, want zoals Johan altijd zei: ‘je kunt het niet alleen, we moeten het samen doen‘. En ik denk dat dat precies is wat we doen en wat ons succesvol maakt, omdat we het niet alleen doen. We werken altijd samen met lokale partners, andere stichtingen, gemeenten, overheden, vrijwilligers, ambassadeurs en met andere relaties die ons steunen. En dat maakt ons succesvol. Dus ik hou het meest van die regel op het bord met de 14 regels van Johan Cruijff.
“Mijn favoriete regel van de ’14 regels van Johan Cruijff’ is teamspeler, omdat het precies weergeeft wat we doen; we werken altijd samen met partners, andere stichtingen, overheden, vrijwilligers, en ambassadeurs die ons steunen. Dat maakt ons succesvol”
Je bent in 2015 begonnen als manager van de Foundation. Wat is jouw missie en waar geniet je het meest van?
Laat ik om te beginnen zeggen, dat toen ik bij de Cruyff Foundation begon, ik van het Johan Cruyff Institute kwam. Ik ging dus van het educatieve deel naar de stichting. Ik kwam in een organisatie terecht die goed georganiseerd was, de basis was al geweldig. Dus mijn voorganger Carole Thate liet mij een gezonde en succesvolle organisatie na. Dat was heel fijn. Ik vroeg toen de bestuursleden wat ik moest doen om succesvol te zijn. Dat waren drie dingen: de noodzaak voor meer structuur in het team en een internationale strategie – want daarvoor was onze strategie waar Johan Cruijff kwam, gingen wij heen en daarom waren we over de hele wereld. En natuurlijk de fondsenwerving, een grote uitdaging voor elke liefdadigheidsorganisatie. Dat is dus ook een uitdaging. Ik denk dat we in alle drie groeien. Nu is er een internationale strategie en die helpt ons om te groeien op een duurzame manier. Ook op het gebied van fondsenwerving zetten we elk jaar stappen en verhogen we ons budget. Dat is natuurlijk heel fijn. En zoals ik al eerder zei, volgend jaar is ons 25-jarig jubileum, dus naar de toekomst toe zou mijn missie zijn om meer impact te maken. En dat betekent dat de kwaliteit van onze projecten en de urgentie er moeten zijn. Dat moet onze focus zijn voor de komende jaren.
Eén van Johans motto’s was: ‘Als je iemand kan helpen, dan moet je dat doen’ en zijn manier van doen inspireerde veel mensen om ‘out of the box’ te denken. De Cruyff Courts in vluchtelingenkampen op Lesbos en Samos zijn daar een mooi voorbeeld van. Hoe zijn die projecten tot stand gekomen?
Dat was eigenlijk vanaf het begin al een grote wens van de familie en sinds we begonnen: er zijn voor kwetsbare kinderen en jongeren. Dus, ongeacht hun cultuur, hun achtergrond, hun geslacht of hun handicaps, díe kinderen en jongeren willen we helpen. Maar een grote wens van de familie en vooral van Susila Cruijff, de dochter van Johan, was om iets voor vluchtelingen te doen. We zijn eerst een project gestart in Nederland, dat was zeer succesvol en het heeft ons geholpen om de eerste ervaringen op te doen met het werken voor deze doelgroep, omdat het in sommige opzichten heel anders is dan wat we kennen van de Cruyff Courts, of van de kinderen met een handicap. En toen, uiteindelijk, zijn we opnieuw op zoek gegaan naar een partnerschap met een andere stichting die ons op weg zou kunnen helpen, want je kunt het niet alleen doen, je moet het samen doen. En toen kwamen we terecht bij Movement on the Ground, die gespecialiseerd zijn in het helpen van vluchtelingen, voornamelijk op de Griekse eilanden, zoals op Lesbos. Vanaf het begin deelden we hetzelfde DNA. Ze zijn ook echt streetwise, innovatief en creatief. Er was een klik en nu werken we samen en hebben we een zeer interessant en succesvol project op Lesbos in het vluchtelingenkamp.
“De Cruyff Courts in vluchtelingenkampen was een grote wens van de familie en in het bijzonder van Susila Cruijff, de dochter van Johan”
Zijn er nog andere nieuwe projecten waaraan jullie werken waar je ons over kunt vertellen?
Ik noemde al de internationale strategie, en dat we een focus leggen op Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Zuid-Afrika en Maleisië. Maar ik mag aankondigen dat we er nog een land aan gaan toevoegen en dat wordt China. Er is daar veel gaande in de sport en vooral in het voetbal. We kijken er naar uit om daar onze eerste projecten te starten. Dat zal de komende jaren een belangrijk aandachtspunt zijn.
Een ander project dat de afgelopen maanden is gestart en ontwikkeld in Nederland, zijn de Summer Games, na de Winter Games 2020, die begonnen vanwege Covid. Er was al veel inactiviteit onder jongeren, ze waren niet echt actief in sport of zouden veel meer kunnen sporten, en vooral tijdens Covid; vier op de vijf jongeren in Nederland was inactief tijdens Covid. Dus toen zijn we begonnen met de Winter- en Summer Games. En met de hulp van onze overheid en de gezondheidsdiensten hebben we een aantal positieve impulsen kunnen geven aan onze Cruyff Courts. In bijna elke gemeente in Nederland hebben we een Cruyff Court en de coaches daarvan hebben evenementen en andere positieve impulsen voor deze jongeren kunnen organiseren. We noemen dat dus de Summer Games en dat willen we ook in de toekomst graag voortzetten.
Wat is de samenwerking en betrokkenheid van de Nederlandse overheid bij de Foundation?
Ik heb je zojuist één van de voorbeelden gegeven met de Summer Games. Daar zijn zij een financieringspartner, hebben ze subsidies geleverd en zijn ze dus erg belangrijk. Het is een orgaan waar we heel graag zoveel mogelijk mee in contact willen zijn, gezien de invloed op de activiteiten binnen de sport- en stichtingensector. Maar niet alleen met hen. Daarnaast werken we ook heel nauw samen met loterijen, in ons geval de landelijke postcodeloterij in Nederland, maar ook in de UK, en ook met EU-subsidies, of UEFA- en FIFA-subsidies. Ze zijn allemaal erg belangrijk voor ons en delen onze missie. Samen met hen kunnen we projecten opzetten om kinderen en jongeren te helpen die het echt nodig hebben.
“We missen Johan nog elke dag en letten erop dat zijn legacy bewaard blijft voor de toekomst. Daarbij hebben we de familie echt nodig. Het is fantastisch te zien dat zij zo betrokken zijn bij de activiteiten van de Cruyff Foundation”
Wat is de betrokkenheid van de familie Cruijff?
We missen Johan nog steeds en we willen heel graag zijn legacy voortzetten en ervoor zorgen dat die er in de toekomst ook zal zijn. We hebben de steun van de familie hierbij echt nodig. Het is geweldig om de betrokkenheid van hen bij de activiteiten van de Cruyff Foundation te zien, en vooral Susila, de dochter van Johan, die ook in het bestuur van de Cruyff Foundation zit, zowel in Nederland als bij de Fundación Cruyff in Barcelona. En het is verrassend hoe ze op haar vader lijkt, niet alleen fysiek, maar ook hoe ze praat en denkt, en vooral haar passie, haar passie voor de kinderen die we helpen. Ik denk dat het voor ons heel belangrijk is dat de familie nog steeds zo betrokken is.
Je bent nu manager van de Foundation in Nederland, maar je maakte ook deel uit van andere initiatieven van Johan’s legacy. Je hebt de Master in Sport Management aan het Johan Cruyff Institute gevolgd en bent de voormalig manager daarvan in Amsterdam. Hoe heeft die Master je geholpen de overstap te maken, nadat je stopte als professioneel basketballer?
Het heeft me enorm geholpen. Voor mij was het heel belangrijk. Ik ben 11 jaar professioneel basketballer geweest, maar moest op 28-jarige leeftijd stoppen vanwege een blessure. Ik was fysiotherapeut, maar wilde dat vak niet beoefenen. Ik stond op een kruispunt in mijn leven en ik wist niet wat ik moest doen. Ik vond mijn weg via het Johan Cruyff Institute: ik begon met de Master in Sport Management, die mij heeft geholpen om mijn competenties die ik op het basketbalveld had verworven, om te zetten in competenties die ik op de bedrijfsvloer kon gebruiken. In mijn laatste jaren op het basketbalveld was ik bijvoorbeeld teamcaptain. Je hebt dus bepaalde competenties als teamcaptain, maar het helpt je niet als je die niet kunt overdragen naar management. De Master heeft me daarbij enorm geholpen. Maar ook met de uitgangspunten en de basiskennis die je als manager nodig hebt. Dus bijvoorbeeld hoe je een P&L leest, maar ook andere financiële aspecten of de marketingcommunicatie. En dat vond ik het leuke aan de Master in Sport Management; het geeft je een theoretische kennisbasis, maar het programma is ook heel praktisch en dat helpt je om je kennis als manager direct te gebruiken.
“Toen ik stopte als professioneel basketballer, stond ik op een kruispunt en wist ik niet wat ik kon doen, totdat ik mijn weg vond via het Johan Cruyff Institute en de Master in Sport Management”
Denk je dat je de Cruyff Foundation had kunnen managen, of daarvoor Johan Cruyff Institute Amsterdam, zonder de masteropleiding?
Het helpt enorm! Je hebt als sporter bepaalde kwaliteiten, bijvoorbeeld je uithoudingsvermogen, hoe je met emoties omgaat, doelen stellen, doelen stellen voor jezelf of het team en gestructureerd of gedisciplineerd werken. Maar zoals ik al zei, het betekent niets als je het niet weet te gebruiken, als je het alleen op het veld kunt gebruiken en niet op de werkvloer. Wat mij ook hielp toen ik de Master deed, was het leren kennen van nieuwe mensen. Het heeft me dus geholpen om een netwerk op te bouwen van studenten, alumni, docenten en mensen bij sportorganisaties. Voor mij was het een heel mooie manier om mijn tweede carrière te beginnen
“Als sporter heb je bepaalde kwaliteiten en competenties en de master helpt je die te vertalen naar de werkvloer; voor mij was het de start van mijn tweede carrière”
Wat is de connectie tussen de Foundation en Johan Cruyff Institute?
Allereerst zijn wij beiden de legacy, wij zijn het sociale deel van The World of Johan Cruyff. Ik beschouw ons als familie. En natuurlijk ook in de programma’s. We hebben de MOOC die we samen hebben gepresenteerd, het gratis programma dat wordt aangeboden door het Johan Cruyff Institute, maar inhoudelijk gaat het over de Cruyff Foundation, en het helpt ons om wat inzichten te geven. Maar ook geven mijn collega’s en ik presentaties aan de studenten van het Institute, we hebben alumni die hier nu werken bij de Cruyff Foundation, we hebben de ‘Cruyff Legacy 14K’ in Amsterdam gehad, waar studenten ons helpen bij het organiseren van dit fondsenwervende evenement… Dus, er zijn veel banden en connecties tussen de Foundation en het Institute en ik denk dat we in de toekomst nog veel meer kunnen doen.
“De connectie tussen de Cruyff Foundation en Johan Cruyff Institute is er; we zijn de legacy, het sociale initiatief van The World of Johan Cruyff, we zijn familie”
Hoe werk je met de Fundación Cruyff in Barcelona?
Zeer goed. We hebben de afgelopen jaren goede stappen gezet, we weten elkaar te vinden en er is elke week overleg. We zijn twee autonome organisaties, maar we werken via dezelfde lijn in de marketingcommunicatie, partnerschappen en de dingen die we doen. Het is dus niet een broer- of zus relatie, we zijn één organisatie.
We kunnen het interview niet afsluiten zonder het te hebben over hoe ingewikkeld het afgelopen jaar voor iedereen is geweest. Hoe heeft de Foundation het Covid-jaar ervaren?
Ik denk, zoals zoveel organisaties. Het is zwaar geweest. Het was een uitdaging. Allereerst voor onze kinderen in de projecten. Ik had het over kwetsbare kinderen en kwetsbare jongeren; ze hebben behoefte aan structuur, beweging, sport en positieve impulsen. En als dit wegvalt, want dit was wat er gebeurde tijdens de eerste en tweede lockdown, konden ze niet naar buiten. Vooral voor kwetsbare kinderen is dit heel erg. We zijn dan ook blij dat, vooral voor kinderen en jongeren in Nederland, zij snel weer naar buiten mochten. Maar we zagen bijvoorbeeld in onze projecten in Zuid-Afrika en in Maleisië, dat het daar niet het geval was. Dit is dus een uitdaging voor ons, om te weten hoe we dit in de toekomst beter kunnen doen. Ten tweede werden natuurlijk al onze geldinzamelingsacties geannuleerd. We hebben dus minder inkomsten in het jaar 2020 en moeten dit jaar daarvan herstellen.
Aan de andere kant leerde Johan ons altijd dat elk nadeel zijn voordeel heeft. We zijn dus vrijwel meteen gaan kijken naar de voordelen van deze crisis. Ook zei iemand vroeger: ‘nooit een goede crisis verspillen’. Nou, dat is wat we deden. We hebben onze projecten onder de loep genomen en werden zodoende nog creatiever om dingen te doen.
“Het Covid jaar was uitdagend; kwetsbare kinderen hebben behoefte aan structuur, beweging, sport en positieve impulsen, en toen dat wegviel was dat echt heel erg”
Bijvoorbeeld onze Open Dag. We organiseerden het altijd in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Zo’n 1.500 kinderen met een handicap komen naar het stadion en beleven één van de mooiste sportdagen die ze ooit hebben gehad. Maar ze konden niet naar het Olympisch Stadion komen. Dus wat we deden is, dat we naar hen toegingen met veel ambassadeurs, beroemde voetballers, beroemde sportmensen, we gingen naar hen toe en we zorgden in hun school voor een mooi sportevenement. Dus, zoals ik al zei, kijk altijd naar de positieve kant, kijk naar de dingen die je wél kunt doen. Zo zou Johan ook tegen deze situatie aangekeken hebben.